Ooit zag ik een al wat oudere documentaire over twitchen aan de andere kant van het Kanaal. Daarin komt onder meer een meisje van rond de 10 jaar voor, die een levenslijst heeft die langer is dan die van menig ander Britse twitcher. Ze gaat al vanaf haar geboorte mee met haar ouders, die dezelfde hobby delen, maar toch zet dat kwaad bloed. Daar moest ik aan denken toen ik woensdag samen met de kleine man een Iberische tjiftjaf (Phylloscopus ibericus) in onze stad bezocht.
Het was alweer zijn tweede Iberische tjiftjaf. En dat op een leeftijd van twee jaar. Hij houdt geen lijst bij, overigens. Ik ook niet voor hem. Het idee is vooral om het buiten samen leuk te hebben.
Van de eerste Iberische tjiftjaf herinnert hij zich niets. Misschien de interessant kriebelende grassprieten. We bezochten de vogel omdat we na een inventarisatieronde wat tijd over hadden tussen slaapjes. Van de vogel in onze stad herinnert hij zich ook niets. Wat hij daarvan wél nog weet: dat er kippen waren, dat we die tijdens het wachten gras voerden en dat de kippen op een bepaald moment hun buik vol hadden. Hij heeft zich in ieder geval vermaakt. En dat is het idee.
In dezelfde lijn concludeerden het thuisfront en ik recent dat de kleine man, mocht hij ooit "een groen beroep" kiezen, al een flinke voorsprong moet hebben als het om soortenkennis gaat, ook op het vlak van zeldzaamheden. Hij is er bijna altijd bij als het thuisfront en ik naar buiten gaan. En in het voorjaar worden we ongeduldig. En dat begint vroeg, het ongeduld.
Een van de eerste plekken waar je met goed fatsoen naar buiten kunt voor voorjaarsflora (goeddeels stinzenflora) is Voorne. We zagen nét opkomende Paarse schubwortel (Lathraea clandestina) en Bokkenorchis (Himantoglossum hircinum). Door ons ongeduld was de Paarse schubwortel nog niet paars en dacht de Bokkenrochis niet over het maken van een bloeiaar, maar goed, dat mag de pret niet drukken. Het bos was prachtig, de koffie minder.
Hetzelfde gebeurde met Harlekijn (Anacamptis morio), een van de vroegst bloeiende orchideeën in Nederland. We hadden - op basis van een heemtuin - een uitbundig bloeiende duinvallei verwacht, maar de echte wereld is koud en nat, dus het was nog erg goed zoeken. De kleine man heeft ze gezien. De Beflijsters (Turdus torquatus) waren voor hem te ver weg. De Gewone zeehond (Phoca vitulina) daarentegen, daar heeft hij het nog steeds over. Ook midden in laagveenmoeras, maar dat mag de pret niet drukken.
Leembossen en bossen op löss luiden voor ons eigenlijk altijd echt het voorjaar in. Ze stellen nooit teleur, al zijn we uit ongeduld ook altijd nét een beetje vroeg. De kleine man weet inmiddels wat Slanke sleutelbloem is én begon spontaan met aanwijzen en benoemen. Nog goed uitspreken ook. Waarschijnlijk omdat hij mamma's enthousiasme voor de soort oppikte.
Verrassing dit jaar waren de larven van Vuursalamander (Salamandra salamandra). Nu we ze niet zochten, "blunderden we er tegenaan". Herkenbaar aan de witte bovenbenen, zogezegd, bleek één poeltje wel dertig larven van verschillende leeftijden te herbergen. Natuurlijk, een adult is nóg mooier, maar om nu alle stronkjes en stenen in de buurt om te gaan draaien. Nee... . Bovendien goot het inmiddels van de regen. De kleine man was bij opa en oma, dus Vuursalamander zal desgewenst ooit een aparte trip worden. Wetend hoe slecht het met de soort in Nederland gaat, stemt de gedachte dat ik niet zeker weet of hij de soort in Nederland ooit nog zal zien - mocht hij dat ooit willen - treurig. Kleine heivlinder (Hipparchia statilinus) zal hij hier nooit zien, bijvoorbeeld. Dat getuigt van een hemeltergende desinteresse van volksvertegenwoordigers. Niet zozeer de Kleine heivlinder, wel de bredere problematiek waar de soort voor staat.
Maar het ging over voorjaar. Over nieuwe kansen. Wanneer het écht voorjaar is? Als de Oranjetipjes (Anthocharis cardamines) vliegen! Oranjetipje? Je was toch vogelaar? Zéker. Maar op dat vlak wordt het pas ver na de voorjaarsflora weer echt interessant, als de eerste trekvogels overkomen en de eerste broedvogels binnendruppelen. Teveel ongeduld om daar op te wachten!
Oranjetipje (Anthocharis cardamines), 31 maart 2024, Limburg
Maak jouw eigen website met JouwWeb