Al een hele poos heb ik het voornemen om de Pallas' boszanger (Phylloscopus proregulus) van Leiden te bezoeken. Het zijn echt leuk getekende, drukke vogeltjes die ik - hoewel jaarlijks aanwezig - in Nederland bovendien maar één keer eerder zag. Een hapaxje dus. Ook al een hele poos lukt dat bezoek niet. Zo liet ik bijvoorbeeld de Alpenheggenmus (Prunella collaris) van Binnenlandse Zaken voor gaan. Dat klopt ook, want lifers gaan voor soorten die nieuw voor de Nederlandse lijst zijn (Alpenheggenmus) en die gaan op hun beurt weer voor hapaxjes en nice-to-haves. Maar ook de Roodhalsgans (Branta ruficollis) van Moergestel ging voor; een nice-to-have die met z'n drieën goed te bezoeken was en ook door het thuisfront wordt gewaardeerd. Een spur-of-the-moment (half) dagje Texel betekende dat we twee keer langs de Pallas' boszanger te Leiden reden, maar daar niet stopten. Dat tot groot vermaak van het thuisfront.
Pallas' boszanger (Phylloscopus proregulus), 23 maart 2015, Voorburg
Dan was er ook nog Kajzerka... . Kajzerka zag ik eerder, in België. Gegeven de tegenwoordig beperkt beschikbare tijd stond een bezoek niet hoog op de prioriteitenlijst. Nu de in Polen geringde en gezenderde Ringsnavelmeeuw (Larus delawarensis) - Kajzerka - alweer een tijdje in Nederland verblijft, werd op de fora weer eens geroeptoeterd over de status van de Ringsnavelmeeuw die in 2017 te Wijchen verbleef en die ik met grote moeite zag.
Fora. Ik heb er een haat-liefde-verhouding mee. Enerzijds is het een ellendige plek waar mensen onverdiend aandacht opeisen, waar altijd enkelen (dezelfden) schreeuwen om het hardst en zogezegd het hele forum vullen met ongefundeerd geroeptoeter, onbeduidende n=1 meningen, pseudo-onderzoek en wat dies meer zij. Anderzijds is het, als je goed zoekt en luistert, ook een waardevolle bron van kennis. Het Dutch Birding forum is hierop geen uitzondering.
Toch deed het geroeptoeter deze keer iets raars. Ik realiseerde mij dat de vogel uit 2017, de enige op mijn Nederlandse lijst, weliswaar door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA) was aanvaard, maar dat beslissingen van die commissie op zijn minst wat mode- en mening gevoelig zijn. Het gaat immers niet om de uitkomst van (wetenschappelijk) onderzoek, laat staan met inachtneming van scientific rigour. Het gaat ook niet om waarheidsvinding, zegt het CDNA-handboek. Nee, een oordeel van de CDNA is een met behulp van een stemming gewogen mening van enkele personen met willekeurige achtergrond. Het is meer het Amerikaanse systeem van rechtspreken. Dat kan alle kanten op, ook al liggen de uitgangspunten vast. Niet zelden zijn de oordelen van de CDNA dan ook verrassend of ronduit tegenstrijdig met het eigen handboek.
Ik realiseerde mij dat Kajzerka een unieke kans was om een hapaxje weg te werken met een vogel die - vooralsnog - boven elke discussie en elk geroeptoeter verheven is. Kortom: Kajzerka ging óók voor de Palla's boszanger. Pahempi toistaan.
Ringsnavelmeeuw Kajzerka (Larus delawarensis), 09 januari 2022, Antwerpen
Met welbewust gevoeld lijstbelang, wat in verkiezingstijd misschien nog vergeeflijk is, vertrok ik richting Amersfoort waar Kajzerka al enkele dagen op wisselende locaties verbleef. Dat hij een zender draagt, betekent gelukkig niet dat de vogel live te volgen is, overigens. De zender deelt twee keer per dag de tot een uur voor het contact verzamelde informatie. Ondanks de zender, moet Kajzerka dus nog steeds wel gevonden worden. Natuurlijk maakt het verblijf van enkele dagen dat wel makkelijker omdat een beeld ontstaat van zijn favoriete plekken.
Terwijl Kajzerka gevonden werd reed ik rustig naar Amersfoort om twee minuten te laat aan te komen. Hij was opgevlogen en was kwijt. Omdat door de zender bekend is dat Kajzerka in België overwinterd en de zomer doorbrengt in Rusland - niet onaardig voor een Amerikaanse soort - betekent een verblijf in Nederland dat hij onderweg is naar het oosten. Vorig jaar was hij bijvoorbeeld maar enkele uren in Nederland. Met dat in het achterhoofd leverde het nét te laat komen toch wel wat stress op. Elke keer opvliegen kan betekenen dat de vogel oostwaarts vertrekt. En dat weet je pas 's avonds, nadat de zender voor de tweede keer daags contact maakt... .
Maar er was ruimte om te gaan zoeken en ik koos één van de meer favoriete plekken van Kajzerka om dat te gaan doen. Koud onderweg kwam het bericht dat Kajzerka weer was gevonden. Ook bleek dat ik de verkeerde locatie had gekozen om te zoeken, gegeven dat ik moest keren om uiteindelijk op enkele honderden meters van de originele locatie weer uit te stappen.
Kajzerka zat slapend in een groepje Strommeeuwen (Larus canus), maar was daar door onder meer de toch opvallend lichtere mantel relatief eenvoudig uit te pikken. Omdat ik nu voor het eerst de beide soorten rustig kon vergelijken, zag ik ook voor het eerst een ander belangrijk kenmerk, namelijk de ten opzichte van Stormmeeuw smalle witte rand aan de tertials! Eigenlijk een raadsel waarom het niet lukte om dat vorig jaar in België te onderscheiden, achteraf. Leuk was ook het voor mij opvallend hoge aantal Zwartkopmeeuwen (Ichthyaetus melanocephalus) dat in de groep meeuwen rond stapte.
Heel eerlijk: aan een slapende Ringsnavelmeeuw is niet heel veel te zien, dus het kwam mij goed uit dat Kajzerka binnen afzienbare tijd uitgebreid begon te poetsen. Zo kon ik het hele lijstje aan kenmerken, waaronder het lichte oog en het sigarenbandje rond de snavel maar óók de specifieke kenmerken van deze vogel namelijk de zender en de rode pootring uitgebreid bekijken.
De terugweg bracht mij op geen enkele manier in de buurt van Leiden. De Pallas' boszanger zal moeten wachten... .
Ringsnavelmeeuw Kajzerka (Larus delawarensis), 19 maart 2023, Amersfoort
Maak jouw eigen website met JouwWeb