La vie bonne

Gepubliceerd op 10 mei 2023 om 21:16

Het was - door omstandigheden - alweer vier jaar geleden dat we samen buiten de bekende paden op vakantie gingen. Bovendien voor het eerst met z'n drieën. Daarom hakten we de rit in tweeën en experimenteerden we dus ook met de combinatie kleine man x hotelovernachting.

Kwestie van proberen. Toch spannend. Zonder drukte ruim 10 uur rijtijd, nog langer in de auto. Wat doet dat met de kleine man? En dus met ons?

Maar, net voordat de reis begon zat ik nog in de auto richting de Veluwe voor een Lammergier (Gypaetus barbatus). In het wild geboren en met in het wild geboren ouders. Toen ik op een half uur van de bestemming was kwam het bericht "opgevlogen". Even slikken, maar omdat we die dag nog in zouden pakken én vertrekken, omgedraaid en teruggereden. Er was simpelweg geen tijd om de vogel te gaan zoeken. En je weet nooit of de vogel nog gevonden wordt. Foute keuze. Toen ik alweer een half uur op de terugreis was, dus op mijn originele aankomsttijd, werd de vogel teruggevonden en was prachtig te zien. Het kan verkeren. Rustig inpakken is ook veel waard.

Wit bosvogeltje (Cephalanthera longifolia) in de tuin van ons vakantiehuis (links; mei 2023) en op de enige Nederlandse groeiplaats (rechts; mei 2016).

Wat naast de enorme drukte tussen de Belgische grens en Parijs echt opviel was dat al ruim boven Parijs Slanke sleutelbloemen (Primula elatior) in de berm van de snelweg niet ongewoon waren. Hoe dichter we onze eindbestemming - de Dordogne - naderden, hoe algemener ze werden. Ze werden aangevuld met in ieder geval Gulden sleutelbloem (Primula veris) en Mannetjesorchis (Orchis mascula); determineren van planten bij 132 kilometer per uur is geen sinecure. Voor alle drie de soorten richten we in Nederland natuurgebieden in. Op maar 3 uur rijden begint het algemene bermflora te worden... . Niet alleen ten zuiden, maar ook ten oosten van Nederland.

Beetje murw van de rit zorgde almaar toenemende aantallen Wit bosvogeltje (Cephalanthera longifolia) in de berm voor de adrenaline die nodig was voor de laatste kilometers. Het bleek met acht exemplaren zelfs een tuinsoort voor ons huis! In Nederland hebben we - in vergelijkbaar biotoop - één populatie van minder dan 10 exemplaren die we met rastertjes hebben beschermd tegen vraat.

In onze week vakantie vonden we 22 soorten orchideeën (en twee hydriden) en bezochten we maar één natuurgebied (dat geen nieuwe soort opleverde). Het schets de contrasten in omgang met, uitnutting van en gevoel bij het landschap. Het roept altijd de vraag op: Waarom is het bij ons zo moeilijk om een beetje fatsoenlijk met onze omgeving om te gaan? 

Paarse aspergeorchis (Limodorum abortivum; links) en Aangebrande orchis (Neotinea ustulata; rechts).

Vaak kiezen we een bestemming rond meerdere wenssoorten. Omdat het onze eerste reis met de kleine man was, wat toch beperkingen oplegt aan de uren beschikbaar voor grazen, vogels kijken of "vlinderjacht", stelden we in kwantiteit bescheiden, maar in kwaliteit hoge doelen. Paarse aspergeorchis (Limodorum abortivum), die wilden we graag zien! En als alles meezat eventueel Moerasparelmoervlinder (Euphydryas aurinia). Die zochten we ook al eens in de Eiffel, maar bleek wispelturig. Bovendien zijn parelmoervlinders, net als blauwtjes en dikkopjes niet eenvoudig op naam te brengen.

We werden door Paarse aspergeorchis in de eerste kilometer van de eerste wandeling op de eerste dag verrast. In, waar anders, de berm. Grote, dikke, paarse stengel vol met knoppen. Wat een plant. De naam is te begrijpen. Fantastisch. Beter nog dan in de boeken. Uiteindelijk zagen we de soort elke dag maar altijd in lage aantallen. 

Behoudens één keer. Er zijn van die dagen op vakantie waarvan je voelt dat ze op de een of andere manier moeilijk te overtreffen zijn. Voor mij was dat de wandeling die we op de tweede dag maakte. Gewoon door landbouwgebied, waar de hooilanden, maar ook de steile, verlaten en verbossende percelen bol stonden van orchideeën. Waar ook Aangebrande orchis (Neotinea ustulata) niet zeldzaam was.

Maar een op het eerste gezicht onbetekenend, klein weitje stal de show. Het werd duidelijk nog gebruikt, gezien de bult stalmest in een hoek en de rijsporen. Maar hier sierden minsten 50 bloeiende Paarse aspergeorchissen het beeld, begeleid door zeker zes andere soorten orchideeën. Ook Soldaatje (Orchis militaris) moet er staan of (in de buurt) gestaan hebben, gegeven de aanwezigheid van diens hybride met Poppenorchis (Orchis anthropophora). Waar je oog ook viel, telkens was er iets nieuws. Telkens waren er de fantastische Gewone vlinderhaften (Libelloides coccajus), waarvan ik het bestaan nog niet kende. Heerlijk!

Zee van Harlekijn (Anacamptis morio) op Plateau d'Argentine.

Je weet, de dag erna wordt lastiger. We bezochten een Natura 2000-gebied, meer precies een actieve start- en landginsbaan. Ja, het was prachtig, met Nachtegalen (Luscinia megarhynchos), Boomleeuweriken (Lullula arborea) en Cirlgorzen (Emberiza cirlus). Met enorme dichtheden Harlekijn (Anacamptis morio), inclusief allerlei afwijkende kleurvormen waaronder geheel wit. Maar landschappelijk minder fraai en qua soorten - zowel wat betreft orchideeën als vlinders -  zéker armer. Anders gezegd: het hier gangbare, extensieve agrarisch gebruik leverde meer soorten op.

Vlinders bleken een uitdaging. Voor parelmoervlinders, blauwtjes en zeker dikkopjes zijn foto's vaak een handige manier om rustig te kunnen determineren. Maar met een kleine man op de rug en een verrekijker om de nek wordt een camera - zo blijkt -  wat minder handzaam. Ook gingen we pas wat later op de dag, na het eerste slaapje, op pad, waardoor de vlinders al lekker opgewarmd waren en dus rusteloos en snel. 

Het verkeerde dat we een van de dagen wat verder weg wilden naar een kwelmoeras waar Moerasparelmoervlinder zou vliegen en vroeg vertrokken. We stopten bij een orchideeënrijke berm om wat te grazen. Toeval wilde dat we al doende twee parelmoervlinders woest uit hun slaap rukten. Gepikeerd ging een van de twee aan een Harlekijn hangen en door de verrekijker zag hij er van boven (we zagen alleen de bovenkant omdat de vlinder wanhopig probeerde op te warmen) duidelijk anders uit dan de "standaard" parelmoervlinder. Beetje zoals Roodbonte parelmoervlinder (Euphydryas maturna) die we uit Finland goed kenden. Dat moest wel bijna Moerasparelmoervlinder zijn. Wat onhandig gepruts met mobiel en verrekijker om een bewijsplaatje te maken en inderdaad Moerasparelmoervlinder! Zomaar tegenaan geblunderd! Weer in een (hier) normaal agrarisch hooiland. Het laat zich raden dat we de vlinder in het moerasgebied niet vonden. Daar ontbrak het toch verrassend nog bijna geheel aan bloeiende (nectar) planten en dus aan vlinders. 

Witgezoomd spikkeldikkopje (Pyrgus carthami; boven),  Moerasparelmoervlinder (Euphydryas aurinia; linksonder) en Tweekleurige parelmoervlinder (Melitaea didyma; rechtsonder).

Nu de truc met de verrekijker wat onder de knie was, legden we ons toch wat meer toe op vlinders. Zo vonden we in een weinig opvallend hooiland Knoopkruidparelmoervlinder (Melitaea phoebe) maar de ene ochtend met wat kouder en bewolkt weer deden we de beste zaken. Vanzelfsprekend omdat de vlinders wat rustiger waren. Waar eerst niets leek te vliegen, kriebelde plots een Klein tijmblauwtje (Pseudophilotes baton) tussen de Adonisvlinders (Polyommatus bellargus). Er door het thuisfront feilloos uitgepikt. Het is altijd opletten als van die kant "hey, dat ziet gek" komt. Zo misten alle vogelaars (inclusief ikzelf) behalve zij het vrouwtje Koningseider (Polyommatus bellargus) tussen de Stellers eiders (Polysticta stelleri) in Vardø. Ze blijft vaak beter kijken. Ook Tweekleurige parelmoervlinder (Melitaea didyma) en Witgezoomd spikkeldikkopje (Pyrgus carthami) pikte ze er feilloos uit. Ik legde mij toe op de bewijsplaatjes.  

En de kleine man? Die vond alles geweldig. Elke dag in de auto, uren in de rugdrager, madeliefjes en boterbloemen plukken (en stiekem opeten), bos en hooiland al tijgerend verkennen, eten op het terras, honden, hotelkamers. Allemaal mooi. Alleen determineren van vlinders, dat is saai. Er moet wel actie zijn in die rugdrager!

Koningspage (Iphiclides podalirius), ook een tuinsoort.