Ik heb getwijfeld...

Gepubliceerd op 11 januari 2022 om 17:39

...over België. Meer mensen doen dat. Ergens is de ervaren wanhoop misschien hetzelfde, maar ik verwacht niet dat de oplossing daarvoor in België ligt. Al deel ik de liefde voor de taal.

Nee, het waren Ross' meeuwen (Rhodostethia rosea) die mij deden twijfelen. Een Ringsnavelmeeuw (Larus delawarensis) op de route deed de twijfel uiteindelijk omslaan in een plan.

Ross' meeuw (Rhodostethia rosea), 09 januari 2022, Nieuwpoort (B)

De Belgen beleefden gouden tijden (onderschrift). Op 01 december 2021 werd daar de eerste Ross' meeuw voor het land ontdekt, die België al snel verruilde voor een stukje Frankrijk net acht kilometer over de Belgische grens. Wel werd op 02 december 2021 de tweede voor België ontdekt in de haven van Zeebrugge. De tweede vogel werd gebruikt voor de Belgische lijst, de Franse vogel voor de foto's. Het mooiste van alles: toen de vogel van Zeebrugge verdwenen leek, verkaste de overgebleven Ross' meeuw weer acht kilometer naar het noorden, België in, om daar te blijven. Ongetwijfeld geholpen door de vriendelijke vissers.

Een Ross' meeuw die blijft plakken...dat trekt... . Ross' meeuwen zijn hele mysterieuze, hele mooie, sierlijke en dus héél aantrekkelijke meeuwen. Als je daar niet meer warm voor loopt, waarvoor dan wel? Bovendien: Nieuwpoort (B) is maar twee uur rijden verderop. Ik ben wel eens langer onderweg.

Toch was er twijfel. De pandemie houdt hardnekkig stand met weliswaar minder ziekmakende, maar besmettelijkere varianten. België is niet (meer) Nederland, wat betekent dat het "blijf-zoveel-mogelijk-thuis-advies" erg wordt opgerekt. En de landsgrens waaraan ik bijna woon nota bene, vormde toch ook een psychologische barrière; welk lijst belang dient dit?

Bovendien: het is een nieuwe soort voor België, dus het zal een drukte van belang zijn voorlopig. Onhandig nu. Anderzijds: de vogel verruilde Frankrijk alweer op 14 december 2021 voor zijn nu vaste stek aan het Westerstaketsel van de monding van de IJzer te Nieuwpoort, wat alweer bijna een maand geleden is. Iedereen die wilde, zal wel geweest zijn? Toch? Het vooruitzicht om een Ross' meeuw weer van dichtbij te kunnen zien, won de discussie in mijn hoofd. Op 09 januari 2022 -Ik waagde één keer eerder de oversteek, voor een Bruine lijster (Turdus eunomus).- toog ik naar Nieuwpoort.

Dat is altijd spannend, want hoe langer een zeldzaamheid aanwezig is, hoe groter de kans dat hij weer vertrokken is. Hoewel het een zonnige dag beloofde te worden, was de twee uur durende rit naar Nieuwpoort best inspannend. Het is gek hoe snel je vergeet hoe het was om in het donker in de regen te rijden zónder zoab! Wat wel opviel is dat mensen nog begrijpen dat het handig kan zijn om de snelheid aan de weersomstandigheden aan te passen. Ik mikte op 09.00 ter plaatse, waardoor de shoppers-file voor Antwerpen nog nergens te bekennen was.

Ross' meeuw (Rhodostethia rosea), 09 januari 2022, Nieuwpoort (B)

Ik hoopte natuurlijk ook op de beeldvullende foto's die een inmiddels vertrouwd fenomeen waren bij deze vogel. Maar toen ik om 09.00 het uiteinde van het staketsel bereikte, waren er boven verwachting veel fotografen en beneden verwachting weinig Ross' meeuwen. Het staketsel van Nieuwpoort leek wel een fantastische plek om zeevogels te kijken: Jan-van-Gent (Morus bassanus) en Drieteenmeeuw (Rissa tridactyla), bijvoorbeeld, waren bij wijze van spreken uit de lucht te pakken. Echt heel gaaf, maar daar kwam ik niet voor.

Er verzamelden zich steeds meer mensen, mensen vertrokken weer. De wind kwam hard uit zuidwest en uiteindelijk wint de wind het van de kleding. De temperatuur daalt. Even zie ik ver op zee iets dat een Ross' meeuw had kunnen zijn, maar de afstand maakt het voor mij onmogelijk een onvolwassen Drieteenmeeuw of een Dwergmeeuw (Hydrocoloeus minutus) uit te sluiten. Daarvoor kijk ik te weinig écht naar meeuwen.

Meer mensen komen, meer mensen gaan. De kerntemperatuur neemt weer wat toe dankzij koffie.

Na bijna twee uur posten, dwarrelt een wit stipje vanuit het noorden richting het staketsel. Het wordt groter en er blijkt een donkere V op te zitten en het uiteinde van de puntige staart is óók zwart: hij is er nog! Sterker: hij doet wat hij alle dagen deed: vlak over de hoofden van de aanwezigen rustig heen en weer vliegen, af en toe de zee op, om hetzelfde rondje te herhalen. Fantastisch! Genieten! De subtiele tekening, de wat roze zweem op de borst, het subtiele bandje in de nek. Heerlijk. Wat een mooie beestjes zijn het toch.

Wat niet gebeurt, omdat het te druk is en iedereen tegen de reling van het staketsel staat, is dat de vogel op de reling gaat rusten. Dus geen kopportretjes of individuele veertjes op de foto, maar wie maalt daarom?

Wat een Ross' meeuw (Rhodostethia rosea) had moeten zijn, werd een Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus), 09 januari 2022, Nieuwpoort (B).

Op de terugweg was er dus nog kans op Ringsnavelmeeuw. De Belgische Ringsnavelmeeuw is een minstens negentien jaar oude heer, geringd in Polen. Na drie pogingen (ik woonde toen in Oss) zag ik er ooit een bij Wijchen. Ik herinner me daarvan dat het best lastig was om het beestje te vinden tussen de vele andere meeuwen. De Poolse vogel werd op 28 december 2021 op werkelijk fenomenale wijze gevonden in België (de GPS wordt daar uiteraard niet voor gebruikt!). Op de beelden uit België afgaand, leek deze zichzelf wat beter te laten zien. Alle reden dus om op de terugreis mijn geluk te beproeven.

Bij aankomst was het veld waar de vogel al dagenlang zat leeg. Geen meeuw te bekennen. Dus liep ik door naar de vogelkijkhut, die uitkijkt over een bassin. Daar rust de vogel regelmatig. Ook het bassin was zo goed als vrij van meeuwen. Het leek er sterk op, dat ik ook hier behoorlijk wat geduld zou moeten gaan oefenen.

Ringsnavelmeeuw (Larus delawarensis), 09 januari 2022, Rumst (B)

De hut werd mij al snel te druk. Toen ik naar buiten liep, bevonden zich nu twee witte stipjes in het veld waarvan er één volgens de aanwezige vogelaars de Ringsnavelmeeuw moest zijn. Dat was niet zo, het was een Stormmeeuw (Larus canus) met een bandje om de snavel. Dat hebben ze soms en in Wijchen zag ik er daar zo veel van, dat ik die fout niet snel meer zal maken. Dan maar wachten. Zonnetje erbij, kop koffie erbij: geen probleem. Ik had tenslotte al geoefend vandaag.

Ik heb de koffie nog niet ingeschonken, wanneer iemand achter mij roept: "Volgens mij is dat 'm". Net voordat ik enigszins arrogant wil zeggen "Nee, dat is een Stormmeeuw", zie ik nu drie stipjes op het veld. Het derde, nieuwe stipje, heeft niet alleen een serieuze band om de snavel,  maar óók een licht oog, een zender en een rode pootring. Het is 'm! Nét geen flater geslagen door eerst te praten en dan te denken.

De oude dame laat zich al trappelend naar wormen en insecten heel erg goed zien. Veel beter dan destijds in Wijchen. Desondanks blijf ik moeite houden met het werkelijk zien van een ander belangrijk kenmerk: de wat minder duidelijk begrensde witte toppen aan de tertials, die zo een onduidelijke(re) boog vormen dan bij de zustersoorten. Dat terwijl het een goed veldkenmerk zou moeten zijn. Ik kijk daarvoor denk ik te weinig serieus naar (grote) meeuwen. Schande, maar ik kan het vooralsnog niet helpen of opbrengen. Wijsheid komt misschien met de jaren. 

De reis van de ten minste negentien jaar oude, in Polen geringde Ringsnavelmeeuw (Larus delawarensis), recent uitgerust met een GPS, zoals bekend tot 25-12-2021.

Bron: https://www.dutchbirding.nl/gallery/detail/26653?page=0#navbar-collapse

Maak jouw eigen website met JouwWeb