Rondje Delta

Gepubliceerd op 1 maart 2023 om 13:55

's Winters is de delta een prima plek om vogels te kijken. Dat deden we deze winter - net als elke winter - dan ook al een paar keer. Het is tenslotte dichtbij huis. Luxe. Je kunt er bij wijze van spreken niet vaak genoeg komen. Toen bleek dat de kring haar meer of minder traditionele Zeezandexcursie weer organiseerde en bovendien bleek dat de grootouders graag op wilden passen, sloten we graag aan.

Belangrijk verschil met ons gebruikelijke rondje was dat in lijn met de naam van de excursie uitsluitend Zeeland bezocht zou worden, waar wij de nadruk vaak leggen op Zuid-Holland en een klein stukje Zeeland. Kortom: er zaten gebiedjes tussen waar we nog niet eerder geweest waren of jaren geleden voor het laatst geweest waren. Een mooi vooruitzicht.

Omdat Tilburg (het verzamelpunt) aan de verkeerde kant van Breda ligt als je naar Zeeland wilt sloten we aan bij de eerste stop: Yerseke moer. Dat was voor ons een nieuw gebied. Volgens het Zeeuws Landschap één van de meest waardevolle natuur- en cultuurlandschappen van Zeeland. We troffen vochtige tot natte voedselrijke graslanden die aan de ergste verkavelingsdrift leken te zijn ontsnapt, waardoor de vroegere invloed van de zee en de invloed van extensief agrarisch gebruik nog zichtbaar zijn. Al zal het rationele gebruik van de omgeving niet helpen in de waterhuishouding. Niettemin was het verademing bij het landschap dat we op de weg ernaartoe doorkruisten. Ik wordt langzaamaan ook echt moe van al die omgedraaide Nederlandse vlaggen... .

Bij uitstappen maakte de snijdende wind meteen duidelijk dat het een winterexcursie was. De stop was vooral ingegeven vanwege ganzen en kans op Roodhalsgans (Branta ruficollis). Nadat we elkaar gevonden hadden vonden we geen Roodhalsgans, maar wel leuke aantallen Brand- (Branta leucopsis) en Kolganzen (Anser albifrons) naast enkele Rotganzen (B.bernicla) en de onvermijdelijke exoten en boerderijganzen. De uit het gebied bekende, ontsnapte Ross' gans (Anser rossii) was snel gevonden, al was de afstand te groot om zelf het ringetje te kunnen zien. Later passeerden we de bewuste groep op enkele tientallen meters, maar toen waren de eerste auto's al op weg naar de volgende stop. Dat ringetje geloofden we ook wel.

Het weer was prachtig en met een lekker zonnetje in de rug waren de Goudplevieren (Pluvialis apricaria), Slobeenden (Spatula clypeata), Pijlstaarten (Anas acuta) en Wintertalingen (A. crecca) fantastisch, al vond ik zelf de zeven open en bloot langs de weg foeragerende Veldleeuweriken (Alauda arvensis) een traktatie. Toen we vrij abrupt stopten voor een Kleine zilverreiger (Egretta garzetta) moest ik even schakelen: de kring zetelt in midden Brabant en heeft daar vanzelfsprekend ook wat betreft haar leden het zwaartepunt. Kleine zilverreiger is daar, net als in (bijna) heel Brabant, zeker niet zo algemeen als in de delta.

De tweede stop, een klein plas-dras gebiedje bij Kattendijke, had ik zelf nooit gevonden. Hier werd duidelijk dat we écht op excursie waren, want zonder roze koeken - die ook een aanstaand vaderschap omlijstten - geen excursie. De kleine selectie steltlopers werd opgefleurd door één Zwarte ruiter (Tringa erythropus). Altijd een hoogtepuntje en ook het toneel van toch levendige discussie over de ware identiteit van de vogel. Ook Zwarte ruiter is eerder zeldzaam in (midden) Brabant.

De Middelplaten, langs het Veerse meer, waren voor ons het verrassende hoogtepunt van de excursie. Daar komen we zeker nog terug. Waar ik wat negatief als ik ben een kapot gerecreëerde omgeving verwachtte, troffen we een keur aan steltlopers op een afstand die het toeliet om ze beeldvullend in de telescoop te krijgen. Dat soort plekken ken ik buiten de eilanden erg weinig. Hoogtepunt waren niettemin de twee Zwartkopmeeuwen (Ichthyaetus melanocephalus) die zich verscholen probeerden te houden tussen de Kokmeeuwen (Chroicocephalus ridibundus). Het controleren van de binnenvliegende groep Rotganzen leverde nog geen Zwart- of Witbuikrotganzen op. Dat moest wachten... .

Het was eigenlijk al (lang) lunchtijd, maar we hadden nog twee stops gepland vóórdat het zover was. De altijd betrouwbare Kuifaalscholver (Gulosus aristotelis) van Neeltje Jans was niet thuis, althans niet op zijn favoriete stek. Daarmee haalden we wat tijd in, die we bij de Zwarte rotgans (Branta bernicla nigricans) van Burgh-Haamstede weer verloren. Op zichzelf heeft Zwarte rotgans een duidelijk afgebakende set aan kenmerken en zijn het doorgaans best opvallende vogels, ook in (grote) groepen Rotganzen. Deze echter, bleek een voorkeur te hebben voor het achterste deel van de relatief kleine groep en daar graag te verdwijnen achter en tussen zijn collega's.

Het duurde even voordat het thuisfront en ik de vogel er bijna gelijktijdig uitpikten. Maar, toen begon het pas. Hoe leg je aan de auto's voor en achter je (door omstandigheden waren we met vier auto's en de groep ganzen leek in eerste aanleg uitstappen niet toe te staan) telefonisch uit wáár je kijkt, terwijl zij onder een andere hoek kijken? Dat is interessant en naar blijkt ondoenlijk. Toen een van de deelnemers zijn auto plotseling pontificaal in ons beeld parkeerde en nog uitstapte ook - waarbij de ganzen "alleen" alert werden - leek uitstappen geen al te slecht idee en konden we de vogel aan anderen aanwijzen.

Na de lunch was het tijd voor de Grijze wouw (Elanus caeruleus) die al de hele winter in de omgeving van Renesse bivakkeert. Dit leek de soort die in ieder geval de heren in het gezelschap het liefst wilden zien, al is het niet meer de zeldzaamheid van weleer. Uit ervaring wist ik dat het soms onmogelijk is om de vogel te vinden. Zo ook nu. De "vaste stek" van de vogel - waar hij een uurtje eerder nog was gemeld - bevatte alleen wat verwarrende Blauwe reigers (Ardea cinerea). We reden wat rond, maar de vogel bleef onzichtbaar. De andere vogelaars die aanwezig waren deden hetzelfde: rondrijden, zoeken en hopen. Al met al van Grijze wouw geen spoor. Een mooi punt voor het thuisfront en mijzelf om de mooie excursie te sluiten, de delta weer te verlaten en huiswaarts te keren om de zieke kleine man weer op te zoeken..

Bijna... Toen we de N-weg opdraaiden zag ik een vogel die uit wat bomen werd gepest door Zwarte kraaien (Corvus corone). Ik had durven zweren dat het de Grijze wouw was (birding by jizz :) ). Omdat ik op de N-weg niet direct op de rem kon, verloor ik de vogel uit het oog. We hebben nog tien minuten tevergeefs gezocht, voordat we écht huiswaarts keerden. We zullen het nooit weten. Al werd de Grijze wouw later die avond aan de overkant van de N-weg weer gezien... .