I love it...

Gepubliceerd op 11 februari 2023 om 21:27

...when a plan comes together. De gevleugelde woorden van Kolonel John "Hannibal" Smith. Sigaar omhoog, grote glimlach.

Maar er was geen plan. Ik had in de korte tijd tussen twee overleggen de bevestiging zitten lezen dat de maand januari toch wel wat weinig spannend was als het om zeldzame vogels gaat, toen mijn collega's mij er na het vervolgoverleg op wezen dat wel erg veel vogelgeluiden uit mijn telefoon waren gekomen. Vogelgeluiden maakt mijn telefoon alleen als de Rare Bird Alert-app nieuws heeft. Ik moet zeggen dat ik na de dagelijkse "piepjes" voor dezelfde (mogelijke) Humes braamsluipers (Sylvia althea) nog niet naar mijn telefoon sprintte, maar dat er blijkbaar herhaaldelijk berichten binnen waren gekomen maakte wel nieuwsgierig. Dus voordat ik weer een volgend overleg inging - ja het was zo'n dag - zag ik tot mijn stomme verbazing dat het scherm Amerikaanse waterpieper (Anthus rubescens rubescens) liet zien en wel op 31 minuten van kantoor in 's-Gravendeel. Er zat ook een foto bij, maar daar kon ik de vogel in eerste aanleg helemaal niet op terugvinden!

Amerikaanse waterpieper... Eindeloos heb ik door vogelgidsen gebladerd, nadat ik ze daadwerkelijk gelezen had. Nog steeds blader ik door vogelgidsen, maar bij Amerikaanse waterpieper kwam niets omhoog! Geen beeld. Leeg. Tijdens het digitale overleg stiekem wat gegoogeld en het bleek Buff-bellied pipit te zijn, waar ik wel een beeld, maar nog steeds geen kenmerken bij paraat had. Het zou een nieuwe soort voor Nederland zijn, maar gegeven de kwaliteit van de bewuste foto, het bericht dat de vogel alweer kwijt was én ik na de lunch nóg een overleg had, plakten mij nog op kantoor.

Bovendien had ik nog tijd nodig om de kenmerken op te zoeken en die te vergelijken met de inmiddels beschikbare (betere) foto's en video. Die had ik immers niet paraat. Niet witte, maar beige onderdelen, "open gezicht" door ontbreken van zwarte teugel, opvallend donkere tertials, donkere vlekken in de hals en lichte vleugelstreep, dat bleken de veldkenmerken te zijn die het verschil moesten maken. Het verschil met de blijkbaar in tientallen aanwezige Waterpiepers (Anthus spinoletta).

Toen de vogel na de lunch terug was gevonden, was ik niet alleen vrij van overleg, maar ook voldoende beslagen om in de auto te springen en die kant op te gaan. Samen met een collega, nota bene! De rit, althans de laatste afslag, heeft hem wat levensjaren gekost denk ik. De afslag verraste mij en met ABS kun je behoorlijk hard remmend insturen. Laten we het daar op houden. Ik wilde geen tijd verliezen met omrijden.

Natuurlijk was de vogel net uit beeld. Zo gaat dat. Bij het bekijken van dat beeld, was dat ook niet zo gek. We keken uit over (eindeloze) geploegde kleipolders, waar de piepers tussen de ploegvoren liepen, daarin verdwenen en alleen af en toe even boven kwam om van voor te wisselen. Bovendien vlogen ze nogal vaak op om een stukje verder weer in te vallen. Het deed denken aan het zoeken naar Morinelplevieren (Charadrius morinellus) op Texel. Ook zo'n hit-and-hope onderneming in de (vaak) aardappelvelden.

Na een tijdje werd de vogel door een groep vogelaars een paar honderd meter verderop gezien. Rennende mensen. Met haast vertrekkende auto's. Verplaatsen...wachten...het eeuwige dilemma. Het "ja, maar dáár" gevoel won, dus verplaatsen. Bij aankomst uiteraard weer net uit beeld maar nu met fatsoenlijke aanwijzingen waar de vogel verdwenen was. Bij het rode paaltje met twee witte strepen net voor dat groene polletje, om precies te zijn. In tegenstelling tot veel andere plekken waar dezelfde aanwijzing wel eens gebruikt wordt, was het hier niet vergeven van groene polletjes.

Iets rechts van dat polletje kwam een pieper naar boven met erg donkere tertials, een "open gezicht" (al zag ik door de afstand niet of de teugel ontbrak) en die in algemene zin toch veel contrastrijker was dan de Waterpiepers die ik had zitten bekijken. Het moest hem zijn! Dat dachten de mensen om mij heen ook. Lang duurde het niet, want de vogel verdween weer in een voor. Na een tijdje kwam wat verder naar rechts dezelfde contrastrijke vogel naar boven en liet zich nu wat langer bekijken. De tertials waren inderdaad opvallend donker, de buik leek zelfs wat beige en het gezicht was inderdaad alleen te omschrijven als "open" en werd begrensd door zwarte vlekken op de hals. Maar Pacifische waterpieper (de soort, met onder meer Amerikaanse en Siberische waterpieper als ondersoort) als nieuwe soort voor Nederland op de lijst!!! 

We zijn nog een hele tijd gebleven, zagen de vogel nog een paar keer, maar steeds kort en nooit dichterbij. Hier moesten we het mee gaan doen, want er moest toch ook nog wel gewerkt worden. De file onderweg terug zorgde ervoor dat dat 's avonds moest gaan gebeuren.

Al met al een onverwacht verloop van de dag, die niet alleen succesvol afliep, maar ook nog erg leerzaam was. Paar dagen later, in het weekend, kreeg ik de vogel niet meer gevonden binnen de beschikbare tijd, dus nog geluk gehad ook.