Het toeval wil dat we de verjaardag van mijn broer vieren in een weekend in de laatste helft van oktober. Daar had hij geen invloed op. Naast uit eten met de familie lijkt het ook traditie te worden dat die dag een dwaalgast wordt ontdekt hinderlijk ver weg van de feestlocatie. In 2021, bijvoorbeeld, was dat de Renvogel (Cursorius cursor), dit jaar een Geelbrauwgors (Emberiza chrysophrys).
Laat in de middag van 21 oktober verscheen met de begeleidende tekst "Zat tussen een groepje vinken en mezen. Overduidelijke gele wenkbrauwstreep. Geen geluid gehoord. Is dit echt een geelbrauwgors? Lijkt me heel onwaarschijnlijk, maar wat is het dan wel?" een heuse Geelbrauwgors op de telefoon. Het wás een Geelbrauwgors volgens mijn boeken. De eerste sinds de ringvangst van 19 oktober 1982 bijna op de kop af 40 jaar geleden. Dat de vogel broedt in Siberië en overwintert in China heeft met die zeldzaamheid uiteraard alles te maken.
Het bericht kwam op vrijdagmiddag rond 16.30. Tegen 17.00 was duidelijk dat de vogel er nog zat, maar ook dat een reis naar Drenthe met de vrijdagmiddagspits ten minste vier uur in beslag zou nemen en dat de zon om 18.21 onder zou gaan. Dat probleem heeft geen uitkomst die een zichtwaarneming van een Geelbrauwgors oplevert, helaas. Die onvermijdelijke conclusie trokken vele anderen met mij.
Geelbrauwgors (Emberiza chrysophrys), Bunne, 22 oktober 2022
Daarmee werd voor mij net als voor vele anderen 22 oktober de eerste mogelijkheid om een poging te ondernemen om de vogel te gaan zien. Natuurlijk stond 's avonds uit eten in de agenda, maar omdat verdere afspraken ontbraken kon ik de bijna drie uur durende reis naar de middle of nowhere - want dat is het toch wel een beetje - in principe ondernemen. In principe, want een zieke, 's nachts spokende kleine man begon langzaamaan de energiebalans te bepalen. Maar de gors trok te hard en in samenspraak met het thuisfront zat ik zo vroeg als haalbaar in de auto naar de Bongveenweg in Bunne, ten noorden van Assen. Onderweg volgde het "piepje-in-de-rug": de vogel was blijven hangen!
Omdat de vogel zich ophield in de berm van een smalle weg én omdat de vogel voor op één na iedereen nieuw was en daarmee de te verwachten opkomst hoog, waren de avond van tevoren afspraken gemaakt om te voorkomen dat de toestromende vogelaars de vogel per ongeluk zouden verstoren. Bij aankomst trof ik een ijzeren discipline waarbij in groepen op tientallen meters afstand naar de vogel werd gekeken en waarbij regelmatig plek werd gemaakt voor mensen die net aankwamen, vaak pas nadat die mensen door een klaar staande telescoop mochten kijken. Het leverde leuke televisie op.
Mijn lengte bleek een voordeel. Ik hoefde niet naar voren om een gaatje te vinden en bij aankomst had ik de vogel direct in de verrekijker. De gele wenkbrauw valt zelfs van afstand behoorlijk op! Ook voor de telescoop vond ik snel een gaatje waardoor ik alle tijd had om de vogel in detail te bekijken. Die knalgele wenkbrauw verloopt boven het oog héél subtiel naar wit. Een heerlijk gors-eigen contrastrijk koppatroon. Het gestreepte verenkleed vol met verschillende tinten bruin. Werkelijk een fantastisch beest! De staartveren waren naar mijn mening spits, wat duidt op een vogel in zijn eerste levensjaar. De grote hoeveelheid zwart in de koptekening zou het dan een eerstejaars mannetje moeten maken. De zin "That is why women live longer than men" drong zich wat op.
De vraag die blijft hangen is eigenlijk tweeledig. Bij de Zanggors (Melospiza melodia) van Prosperdorp had ik dezelfde vraag. Wáárom gaat zo'n vogel juist hier - een stukje van niet meer dan enkele meters wegberm en een haagje - zitten? Maar ook: Hóé kom je hier al vogels kijkend of fotograferend terecht? De vraag is voor de helft beantwoord, maar het geeft wel te denken: hoeveel wordt er ondanks de enorme dichtheid aan vogelaars nog gemist, simpelweg omdat we niet kijken?
Geelbrauwgors (Emberiza chrysophrys), Bunne, 22 oktober 2022
Maak jouw eigen website met JouwWeb