Gegokt en...

Gepubliceerd op 21 oktober 2022 om 16:28

Toen 08 oktober vorig jaar voor het eerst sinds 44 jaar een Amerikaanse zee-eend (Melanitta americana) in Nederlandse wateren werd gezien, waren wij net begonnen aan een fijn weekend Texel. Het laatste weekend met z'n tweeën. Tijdens datzelfde weekend werd óók een Swinhoes boszanger (Phylloscopus plumbeitarsus) gemeld. Je kunt dat hebben met eilanden, dat je er óf te vroeg bent óf te vroeg vanaf gaat. Dat bewuste weekend, vanuit het oogpunt van bijzondere vogels bezien, duidelijk te vroeg aanwezig.

De Amerikaanse zee-eend verbleef in een grote groep Zwarte zee-eenden (Melanitta nigra) op de Noordzee boven Schiermonnikoog, de Swinhoes boszanger op de Maasvlakte. Texel - Schiermonnikoog - Texel heb je zo even niet gedaan. Dat geldt ook voor Texel - Maasvlakte - Texel. Bovendien hadden we lang uitgezien naar dit weekend. We bleven uiteraard op Texel en stonden op een gegeven ogenblik over zee te turen naast de opa van een van de jongens die het wél ging proberen. Het zou de eerste soort zijn die kleinzoon wél in Nederland had, maar zijn opa niet, werd met gepaste trots verteld. Zou ik later ook zo'n "competitie" krijgen met de kleine man?

Waar we op de terugweg nog de Swinhoes boszanger prachtig mee konden pakken, gold dat vanzelfsprekend niet voor de Amerikaanse zee-eend. Uit de berichten van de mensen die het wel lukte om de zee-eend te zien werd duidelijk dat een relatief kalme zee nodig was om de vogel herkenbaar te kunnen zien. In de dagen na 10 oktober verslechterde het weer en namen de kansen aanmerkelijk af. Ik besloot de uitdaging niet te aanvaarden, hoewel ik in ieder geval statistisch gezien geen 44 jaar meer te leven had. Hoofdstuk afgesloten.

Enorm groot was dan ook mijn verbazing toen ik op 18 oktober 2022 op mijn telefoon een alert voor een Amerikaanse zee-eend zag verschijnen. Op de Noordzee boven Schiermonnikoog, weer tegenover strandpaviljoen De Marlijn. Het kan bijna niet anders of het is dezelfde vogel, zou je haast denken. Hoewel nooit bewezen past het in het denken dat andere Amerikaanse eenden - de Ringsnaveleend (Aythya collaris) van Appingedam, de Buffelkopeend (Bucephala albeola) van Barendrecht of de Amerikaanse wintertaling (Anas carolinensis) van de Biesbosch - ondersteunen, namelijk dat ze jaar na jaar terugkeren op dezelfde plek om te overwinteren. 

Geheel onverwacht dus een kans om de Amerikaanse zee-eend in te halen! Hoewel de kramp hevig was, kon ik ook nu niet direct op pad. Afspraken op het werk zaten in de weg en Schiermonnikoog is vanuit het Brabantse nooit naast de deur. De eerste mogelijkheid deed zich eventueel donderdag voor. Ook het weer (en de golfslag) zouden die dag de kans niet verkleinen. Wel spannend of een nachtelijke trekker als (Amerikaanse?) zwarte zee-eend blijft hangen... Jobert had er ook zin in.

Koud op het eiland vloog een Zeearend (Haliaeetus albicilla) prachtig over. Géén slecht begin. Om iets voor twaalven namen we plaats op het bewuste duin bij De Marlijn en kon het grote zoeken beginnen. Zoeken naar een oranje bal op de neus van een zee-eend, wat oneerbiedig gezegd. Met lichte verbazing constateerde ik dat we alleen waren wat betreft de zee-eend, terwijl vorig jaar toch veel berichten voorbij kwamen van teleurgestelde vogelaars?

Er bleken honderden Zwarte zee-eenden aanwezig, naast allerlei andere leuke (zee)vogels. Sommigen simpelweg te ver weg. Sommigen slapend (dat helpt niet om de snavel goed te kunnen zien). Sommigen onder een rare hoek, waardoor het lijkt alsof je iets lichtst ziet. Sommigen spoorloos verdwijnend achter de golven.

Ik had de optimistische overtuiging dat de oranje tennisbal op zou moeten vallen, zeker in directe vergelijking met Zwarte zee-eend. Dat bleek terecht optimisme. Na een half uur de zichtbare groepen scannen was hij daar opeens recht vooruit net achter de branding: de Amerikaanse zee-eend. Grote oranje knobbel op de snavel, die bij de daarnaast zwemmende Zwarte zee-eenden geheel ontbrak. Kan niet missen. Heerlijk, zo'n onverwachte, fijne inhaler.

Het bleek ondoenlijk om aanwijzingen te geven die ertoe leidden dat mijn reisgezelschap de vogel óók in beeld kreeg. Ik raakte hem zelf ook kwijt achter de golfjes in momenten van onachtzaamheid. Telkens vond ik hem terug. Toen dat niet meer lukte, plukte mijn reisgenoot de vogel er zelf uit! De aanhouder wint. Bewijspixels zaten er voor ons niet in. Knap hoe mensen dat voor elkaar krijgen.

Omdat we allebei Schiermonnikoog nog niet of nauwelijks kenden - ik was er één keer eerder, de dag vergeefs zoekend naar een Mirtezanger (Dendroica coronata) - besloten we de rest van de middag te gebruiken om het eiland al vogelend te verkennen. In ieder geval totdat de voorspelde regen behoorlijk heftig bleek en we de laatste twee bootkaartjes veroverden voor de eerstvolgende sneldienst naar Lauwersoog.

Gegokt...gewonnen!