Men kan niet álles hebben...?!?

Gepubliceerd op 5 oktober 2021 om 19:39

Soms vraag ik mij wel eens af wanneer "het weer eens mee gaat zitten". Bij familie, vrienden, mezelf. Luxeprobleem. Die vraag heeft nog nooit betrekking gehad op mijn hobby's. Ook nu niet. Maar wat zat het mee afgelopen weekend! 

Zaterdag rustig vertrokken naar mijn geboortegrond om te zien of we Franjegentiaan (Gentianopsis ciliata) en Duitse gentiaan (Gentianella germanica) weer zouden kunnen vinden. Die eerste lukte voor het eerst én het laatst in 2016, die laatste in 2018. Elk jaar bezoeken we de Limburgse kalkgraslanden meerdere keren en in de herfst kijken we altijd de ons bekende plekjes extra goed na. Enkele jaren geleden voor het laatst succesvol dus.

Duitse gentiaan zou niet moeilijk moeten zijn; ik herinner me jaren met vele tientallen bloeiende planten. Maar sinds 2018 door ons dus niet meer gevonden en ook dit jaar was het "sprokkelen" als het ware. Een plant of 15-20. Erg gaaf om ze weer te zien, maar er lijkt toch een zekere verontrustende achteruitgang uit te spreken. Voor zover ik weet kent Duitse gentiaan namelijk geen facultatieve bloei.

Franjegentiaan kent nadrukkelijk wél facultatieve bloei, wat betekent dat ze in jaren met ongunstige (weers)omstandigheden een jaartje overslaan en als wortelstok of zaadje in de bodem wachten op betere tijden. Betere tijden zouden wel eens zeldzaam kunnen zijn in de Limburgse kalkgraslanden, gegeven de hoge milieudruk en de lage beleidsambitie. Op de plek waar we de soort in 2016 zagen, vonden we niets. Maar er zijn twee historische groeiplaatsen van de soort, waar ze af en toe blijven opduiken en op de tweede plek was het raak. En hoe!

Waar het maximumaantal tot dan toe één bloeiende plant was, vonden we zes (!) bloeiende planten, één vegetatief exemplaar en drie uitgebloeide planten. Ik heb een zwak voor alle gentianen, maar Franjegentiaan is met afstand de mooiste gentiaan die we in Nederland hebben. Niet vanwege de zeldzaamheid. Die is in dat licht eerder ongelukkig. De diep blauwe kleur die doet denken aan de gentianen op de bergweides of op de toendra en natuurlijk de franjes aan de kelkbladeren, dat maakt Franjegentiaan zó speciaal! Het formaat trouwens ook. Heel, heel fijn om ze weer een keer in levende lijve te zien!

Franjegentiaan (Gentianopsis ciliata)

Duitse gentiaan (Gentianella germanica)

Waarnemingen van Franjegentiaan (Gentianopsis ciliata) volgens waarneming.nl (19-10-2021)

We hadden net de Duitse gentiaan gevonden toen "Schreeuwarend - Noord Brabant" op mijn scherm verscheen, met de onverwachte toevoeging "ter plaatse". Dat is bijzonder, want zeldzame grote roofvogels zitten zelden aan de grond, maar worden meestal overvliegend gezien. Denk aan de Steenarend, Vale gier of  Lammergier. Daarom zijn ze zo moeilijk voor de Nederlandse lijst. Tenminste, als je niet de tijd hebt of kunt maken om uren te besteden aan trektellen. Mijn eerste en enige ooit zag ik tijdens een vogelkijkwedstrijd in Finland, waarbij je 12 uur lang op een toren staat.

Leuk detail was dat de arend ontdekt werd op nog geen twintig kilometer van huis, waar we net zo'n 180 kilometer vandaan gereden waren. Hoewel het trok, had ik meer zin in zoeken naar Franjegentiaan. Bovendien waren we voor het eerst sinds lang weer eens samen op pad, dus ik besloot het verlies te accepteren. Je kunt niet álles hebben, nietwaar. En Franjegentiaan, Schreeuwarend, tja, dan verliest de vogel toch..?!?

Stilletjes had ik niettemin de hoop dat de vogel "verrast" was door het slechte weer en daardoor zou blijven. Die kans was aanwezig, gezien zweven op thermiek aanzienlijk minder energie kost en thermiek met regen ontbreekt. Ik kon zondag niet zelf zoeken, helaas. Er is ook nog zoiets bourgeois als huishouden en 's middags hadden we afgesproken met vrienden in Ede. We zouden om 14.00 vertrekken. Terwijl mijn vrouw bezig was met de voorbereidingen daarvoor, kwam weer het bericht "Schreeuwarend, ter plaatste". Ondanks de regen hadden mensen tóch tijd en moeite genomen om te zoeken! Nabij Waspik vond men de vogel, ofwel bijna op de route naar Ede. Met iets meer haast dan vooraf ingeschat stapten we in de auto naar Ede. Via Waspik, welteverstaan. 

Een kleine twintig minuten later schoven we aan in de snel groeiende rij auto's en had ik de Schreeuwarend, wat verloren en verregend zittend tussen maïsstoppel en Grauwe gans (Anser anser), vrijwel direct in beeld. Ook verregend een majestueuze verschijning om eerlijk te zijn. Imposante kop. Alert. Hij of zij leek wat onrustig, maar behalve wat rondlopen, gebeurde er gezien het weer begrijpelijkerwijs weinig. Aangezien we toch echt een afspraak hadden en nu te laat waren, kon ik niet wachten op een vliegbeeld. Je kunt niet álles hebben, nietwaar.

Nog dik tevreden met het weekend stapte ik maandag weer vroeg in de auto naar kantoor. De slaapplaats van de Schreeuwarend was gevonden, dus ook vandaag maakten mensen nog een kans. En prachtige foto's, zoals later zou blijken.

Begin van de middag verscheen een verborgen melding van Alpengierzwaluw (Tachymarptis melba). Er kunnen allerlei goede redenen zijn om een waarneming te verbergen, daar is in beginsel helemaal niets mis mee, maar houdt het dan ook voor je. Wel melden, maar niet delen of alle foto's op Facebook gooien is toch een beetje flauw. Geniet, in stilte. Althans, dat is mijn overtuiging. Los van voorgaande dacht ik er weinig van, want net als de arenden is Alpengierzwaluw ook een soort die zelden of nooit blijft hangen, althans niet lang genoeg om over grotere afstand te bereiken. En Nijmegen - Moerdijk, de vermoede locatie, is toch een eind. Bovendien had ik afspraken en kon ik niet weg.

Eind van de middag bleek de locatie achterhaald en de vogel nog steeds aanwezig. Net toen ik in de auto stapte om naar huis te rijden. Timing. Maar nog steeds is Nijmegen - Moerdijk (waar de vogel inderdaad rondhing) een behoorlijk eind, loopt de dag in oktober zo tegen vijven toch wel hard op zijn eind en is de corona-rust op de weg echt weer verleden tijd. De A59 stond bovendien van 's-Hertogenbosch tot Hooipolder behoorlijk stil en de route A15 - A27 is eigenlijk nooit een goed idee, zeker nu niet met een afgesloten A12 (wie dat bedacht heeft...?).

Schreeuwarend (Clanga pomarina), Waspik. De kwaliteit is, wel ja, wat hij vaker is :)

Ik besloot mijn verlies te nemen, maar zekerheidshalve toch de locatie van de vogel in de navigatie te gooien. Aan het eind van de A59 kon ik dan altijd nog kiezen of ik linksaf naar Breda of rechtsaf naar Moerdijk zou gaan rijden. Geen omweg in ieder geval.

Het was inderdaad bovengemiddeld druk op weg en ik zag de rijtijd alleen maar oplopen. Tot een geschatte aankomst van 18.20. Ik had er geen vertrouwen in. Dan gaat de zon ook zo ongeveer onder. Maar de vogel bleef maar hangen... 18.00 einde van de A59, tijd om te kiezen. Rechtsaf dus, nu is het nog maar 14 minuten rijden naar de Alpengierzwaluw. Het wordt net wel of net niet! De spanning... Gelukkig zit ik alleen in de auto.

Het werd net wél! Bij aankomst de vogel meteen in de kijker. Eenvoudig op te pakken vanwege het formaat maar al snel boven mijn hoofd vliegend, waardoor de witte buik uitstekend te zien was. Dat herhaalde zich nog enkele keren, zelfs in de telescoop. Alpengierzwaluw gewoon gezien! Ook zo'n soort die je eigenlijk pas na je pensioen verwacht te zien, omdat dan pas tijd lijkt te ontstaan om weer eindeloos vogels te kijken. Hoe gaaf!

Wat een week! Na de succesvolle, maar qua waarneming wat matige twitch voor Balkanbergfluiter in minder dan een week tijd drie droomsoorten gezien: Franjegentiaan, Schreeuwarend én Alpengierzwaluw. Dat beloofd wat voor het Dutch Birding weekend op Texel aankomend weekend. Of niet, gezien alle geluk ook wel opgebruikt zou kunnen zijn! We gaan het meemaken! Zin heb ik in ieder geval. Texel stelt nooit teleur, tenslotte. Misschien lukt het nu in de vijfde poging om Zwarte ibis (Plegadis falcinellus) op de Texel-lijst te zetten, om bescheiden te blijven. Bovendien is er kans op nog een aantal nieuwe Texel-soorten en weet je nooit wat er opduikt!