Op hellend vlak...!

Gepubliceerd op 27 september 2021 om 22:32

04.00 uur. De wekker gaat niet. Dat hoeft ook niet. Ik ben al een tijdje wakker, bedenkend hoe de dag zal gaan. Ik heb de wekker om 03.59 al uit gezet in de hoop het thuisfront zo min mogelijk te storen. Om 7.30 de boot naar Texel. Dat is het idee. Waarom? In goed overleg samen met Jan een poging wagen om de Balkanbergfluiter (Phylloscopus orientalis) die daar in een tuin zit te zien, te horen of -bij voorkeur- allebei.

"In een tuin? Pas schreef je nog dat daar een grens lag. Een morele nog wel!" Inderdaad, maar het is wel een potentiële lifer die met slechts vijf Nederlandse gevallen (waarvan pas één na 1993) écht zeldzaam is en waarbij wachten op een volgende dus nog wel eens lang zou kunnen duren. Dat had ik al bedacht bij de eerste melding, maar zaterdag was de eerste en enige dag dat een poging überhaupt denkbaar was.

Waarom in vredesnaam de boot van 07.30 uur? Simpel. In de paar dagen dat de vogel aanwezig is, ligt de piek van de waarnemingen in de ochtend. De beste kans dus. Bovendien heb je zo ook het meeste tijd. Verder afglijden op het hellend vlak. Het moet zo zijn. Het kan niet anders, dicteert de mentale kramp.

Zogezegd, zo gedaan. Uiteindelijk om 06.55 uur op de steiger in Den Helder. Tijd voor koffie! En constateren dat ik niet de enige vogelaar ben op deze boot. En ook niet de enige vogelaar, die behoorlijk vroeg is voor de boot. Uit een auto verderop schalt de roep van Balkanbergfluiter.

Alsof het helpt, vroeg aanwezig zijn. Het is echt maar twintig minuten varen, maar in gevallen als deze duurt het gevoelsmatig altijd eindeloos. Eindelijk. De overkant. De kortste route naar het excursiepunt achter de anderen aan zo snel mogelijk afleggen -eigenlijk een doodzonde op Texel- om vervolgens om ongeveer 08.15 uur post te vatten op locatie. 

Na een klein uur gespannen luisteren en elke beweging in de kijker controleren volgt het bericht dat de vogel zojuist in een ander deel van de lekker ruime tuin is gezien. Verplaatsen en hetzelfde op een andere plek voort zetten. Na een klein half uur zien een andere vogelaar en ik een "phyllo" met lichte buik en opvallend contrastrijke kop onafhankelijk van elkaar maar bijna tegelijk door de kijker schuiven. Opvallend contrastrijker dan de vele Tjiftjaffen (Phylloscopus collybita) en zeker niet een van de Roodborsten (Erithacus rubecula). Het lukt verder niemand om dezelfde vogel op te pikken en wij raken hem in de kronen van de elzen ook snel weer kwijt. Leg het ook maar eens uit, waar mensen moeten kijken. "Daar in het openingetje boven de kruising van de dunne stam en de dode tak op de achterste rij" betekent alleen iets als je er zelf naar staat te kijken. Op vakantie is dat altijd een relatietest, gehaaste aanwijzingen. Bovendien klopte het een seconde later al niet meer; er zat nog voldoende leven in de vogel. Was hem dat? Misschien wel, maar voor mij niet genoeg om een lifer te claimen. Simpelweg niet genoeg aan gezien. Beetje enthousiast getekende Tjiftjaf kan natuurlijk ook gewoon. Waarom riep hij of zij niet even?

Dan duurt het lang, waarbij soms zelfs alle vogelleven tijdelijk uit lijkt te sterven. Ik vermaak mij met de aanwezige libellen en met leedvermaak over de gillende parachutisten die boven ons hoofd uit vliegtuigjes worden gegooid. Naar ik hoop vrijwillig. Dat is trouwens erg goed te horen, wat ik niet wist. Dacht altijd dat het een relatief stille hobby was, parachutespringen. Het openen van de parachute klinkt als onweer. Fantastische plek om te wonen, maar dat zal toch even wennen geweest zijn. Al lijkt mij dat je er wel aan went, net zoals wij gewend zijn aan onze treinen.

Tussentijds komen af en toe vogelaars langs die de roep hebben gehoord op weer een andere plek in de tuin. Jan en ik besluiten dat verkassen niet slim is. Het lijkt erop dat de Balkanbergfluiter rondjes maakt door de tuinen, samen met de aanwezige mezen en Tjiftjaffen. Na zeker twee uur horen we pas weer een groep foeragerende vogels aankomen. De spanning stijgt. Zit hij erbij? Zo ja, zien we hem ook? Beter: doet hij zijn mond open?

Eerst alleen Tjiftjaf, dan Koolmees (Parus major), Roodborst en dan ineens de "huismus met gevoel voor intonatie en muzikale dynamiek"! Jawel, Balkanbergfluiter, twee keer. Meer niet, maar met zijn zessen slaan we er tegelijk direct op aan. Mede omdat het maar twee "roepjes" waren lukt het niet om de vogel uit de elzen te trekken (en jongere bosjes zijn nu eenmaal niet overzichtelijk). De wat onwerkelijke discussie die volgt met mensen die van afstand komen toesnellen, kan alleen plaatsvinden binnen de werkelijkheid van deze hobby. Stom dat ik de recorder niet mee had lopen, al zou dat niet zo moeten voelen. Bij zeldzame vlinders, planten of libellen kom je ook fanatieke mensen tegen, maar lijkt de gunfactor toch veel en veel hoger en de ego's evenredig kleiner. Misschien kom ik gewoon de verkeerde mensen tegen. Have some fun! Tomorrow isn't promised.

Waarom ik zeker was? Natuurlijk bereid ik zo'n excursie voor. Waar op te letten? Wat zijn de harde kleedkenmerken volgens de boeken? Hoe zien die er op foto's (in het echt dus) uit? Wat is diagnostisch in de zang? Hoe klinkt dat? Hoe klinkt dat in een matige opname? Dat móet wel, want het is niet voor niets een lifer (ik kwam de vogel nog niet eerder tegen en heb dus géén ervaring) en soms krijg je echt maar één kans. Dan wil je meteen de relevante dingen zien of horen om zeker te zijn. En ik wíl zeker zijn. Dat is hoe mijn lijst werkt. Dus de ruim twee uur durende rit naar de veerhaven stond de roep van de Balkanbergfluiter met tussenpozen (beklijven) regelmatig op repeat (ja, ieder zijn afwijking, ik weet het. Laat maar). Dat alles om een ezelsbrug te kunnen bedenken. Dat heb je nodig voor geluiden, ik althans. En ik kwam tot huismus, maar dan "krachtiger", "gevoeliger", "meer ingekleurd", "vlakker". Vervelende met geluiden is dat iedereen die anders ervaart en dat bovenstaande dus waarschijnlijk alleen iets voor mij betekent. Bovendien ben ik weinig muzikaal, hetgeen de beschrijving hindert. Mooi voorbeeld is Porseleinhoen (Porzana porzana) waarvan het geluid omschreven wordt als "druppende kraan" óf "zweepslag". In de echte wereld lijken die geluiden in niets op elkaar! Terzijde: voor mij is het een "druppende kraan". Vervelende van dwaalgasten en geluid is dan wel weer dat het niet de kans krijgt om in te slijten -waar dat met veel Nederlandse vogels wel lukte- en het in die zin "vergeefse moeite is". Ik hoop altijd maar dat er ergens een laatje open gaat als dat in de toekomst nodig is.

Paar minuten later, klein stukje terug: zelfde geluid (muzikale huismus) nu voor ons wat verder weg. Nog steeds geen Roodborst. We slaan weer aan. De toegesnelde mensen van net ook. Nu men het zelf ook hoort, is de vogel er zeker!?! Het is inmiddels 12:30 uur. We besluiten te gaan. De vogel is gehoord en de vogelgids zei dat de soort op uiterlijke kenmerken alléén nauwelijks te onderscheiden is van zijn broertje of zusje Bergfluiter (Phylloscopus bonelli), die ik in het voorjaar nog op de Veluwe mocht horen. Dat had ik graag ook zelf gezien, maar het doorslaggevende kenmerk -de roep- moet voldoende zijn, al had ik het om 04.00 vanochtend niet zo bedacht.

Oranje luzernevlinder (Colias croceus) Texel 25-09-2021

We besluiten de dag af te sluiten met een poging voor Oranje luzernevlinder (Colias croceus) -waarvoor we tijdens het wachten een tip krijgen-  die ik ook niet elk jaar tegen het lijf loop. Dat lukt wonderwel en met kibbeling als late lunch spoed ik mij naar de boot. Ik zou wat op tijd thuis zijn, had ik beloofd.

Ik rol de boot op, trek de handrem aan en zie op het scherm van de telefoon verschijnen: "Goudlijster (Zoothera aurea) - Texel - De Tuintjes". Nee...! Écht?!? Ik schiet onbedaarlijk in de lach (het zal een raar gezicht zijn geweest). Dat kan alleen maar, omdat ik deze magische, mythische soort oktober vorig jaar mocht zien in Zuid-Holland (anders had ik de eerstvolgende boot weer terug genomen ook).

Een huisgenoot van mij zij ooit: "Op een eiland, blijf je altijd te kort!". Gelijk had én heeft hij. Het is nu de vierde keer dat een zeldzaamheid of gezochte soort wordt gevonden op het moment dat ik op de boot of net aan de overkant ben (correlatie met tijd van de dag zit daar niet in overigens)! Het zal aan mij liggen! Kan niet anders!

Ik ben benieuwd waar het hellend vlak mij nog brengt.