Ongeduldig?!?

Gepubliceerd op 15 juli 2022 om 14:49

Ik zie mezelf niet als een ongeduldig persoon. Wel raak ik snel "verveeld" in de zin dat ik veel uitdaging nodig heb. Maar misschien kan ik dat zelf ook niet goed beoordelen en moet ik het aan anderen laten.

Maar toch. Voor sommige dingen heb ik geen geduld. Bijvoorbeeld het eindeloos wachten op die ene perfecte foto, bestuurders die links of in het midden blijven hangen, geroeptoeter of bepaalde mensen. Voor andere dingen heb ik heel veel geduld of word ik van de activiteit juist heel rustig. Bijvoorbeeld vogels kijken, determineren, zoeken naar planten, bepaalde mensen.

Op zeldzaamheden kan ik heel lang, heel geduldig wachten. Ook als dat betekent dat ik op een grauwe Finse oktoberdag in de miezerregen een uurtje of vijf naar een Duindoornstruweel (Hippophae rhamnoides) moet staren, wachtend totdat de in het warme Zuid-Europa algemene Kleine zwartkop (Sylvia melanocephala) zich verwaardigd zich even te laten zien.

Toen de op 10 juli 2022 niet herkende Grote franjepoot (Phalaropus tricolor) 11 juli 's avonds bij Den Oever terug werd gevonden, was de conclusie dat ik het niet meer voor donker zou redden. Ik bleef thuis, al was de soort nieuw voor zowel de Nederlandse als de Levenslijst. Lastig. Achteraf had ik het nét gered, gegeven de tijd van de laatste waarneming die avond.

Maar de franjepoot bleek ook de dag erna nog aanwezig, al was de vogel die dag ook tijden spoorloos, herinnerend aan de Kaspische plevier (Charadrius asiaticus) van vorig jaar. Op basis van de tijden dat de vogel in beeld was geweest veronderstelde ik een voor de Wadden niet ongebruikelijke relatie met hoog- en laagwater, waarbij de franjepoot bij hoogwater naar Den Oever werd gedwongen.

De mentale kramp was daarna ook dwingend. Kortom: 's avonds toog ik behoorlijk opgewekt naar Den Oever in de volle overtuiging de Grote franjepoot met opkomend water mooi te kunnen zien. Het werd acht uur, het werd negen uur (hoogwater) het werd kwart over negen (afgaand tij) en het werd half tien...géén Grote franjepoot.

Als je met ongeveer 25 man ruim twee uur honderden Tureluurs (Tringa totanus) en andere steltlopers afkijkt, zou je mogen verwachten dat een Grote franjepoot die ertussen loopt gevonden wordt. Om half tien geloofde ik er dan ook niet meer in. Daarbij werd het snel donker en was de dag erna behoorlijk druk op het werk. Om kwart voor tien hield ik het voor gezien en begon ik aan de twee uur durende terugreis naar Breda.

Had ik niet moeten doen. Bij thuiskomst las ik stevig balend dat de Grote franjepoot om ongeveer 22.00 uur met een laatste groepje Tureluurs was komen aanvliegen om in Den Oever te gaan slapen. Een kwartier te ongeduldig geweest! Het kan verkeren. Maar ja, als je alles vooraf weet... . Aan wijsheid achteraf heb je niet zoveel, alleen voor een volgende keer, maar het voelde toch echt niet lekker. Vooral ook omdat de gedachte "Ja, maar wat als hij nu straks...", altijd door je hoofd schiet als je onverrichter zaken weggaat van een plek waar een zeldzame vogel zou moeten zitten en de dip gaat accepteren.

Het geval wilde echter dat ik later die week 's ochtends vroeg voor een veldbezoek alweer in Friesland moest zijn. Dát bood opnieuw kansen! Twee om precies te zijn: één op de heen- en één op de terugreis. Met het vaste voornemen om nu in ieder geval op de terugreis te wachten totdat het helemaal donker was, vertrok ik al voor 05.00 richting Den Oever, zodat één uur overschoot voordat het veldbezoek in Friesland moest beginnen. Vroeg opstaan deed voor het eerst een beetje pijn: de kleine man was wat vaker wakker geworden.

Toen ik om werkelijk exact 07.00 mijn telescoop in Den Oever neerzette en mijn klok begon te tikken, wist de enige al aanwezige vogelaar mij te vertellen dat de Grote franjepoot net was opgevlogen richting het Wad. Hij had er nog mooie foto's van. Enerzijds een heerlijk bericht (de vogel is er nog) anderzijds pijnlijk (want net een paar minuten te laat).

Maar goed, ik had een uur om het Wad af te zoeken. Dat gaf toch wel behoorlijk wat druk. Laat ik zeggen dat ik niet de bij vogels kijken gebruikelijke rust voelde. Misschien doordat ik steeds ongeduldiger de ongetwijfeld zelfde Tureluurs als twee dagen eerder door vlooide, duurde het erg lang voordat ik de Grote franjepoot zag. Maar voordat ik goed en wel kon kijken - ik liet de vogel stom genoeg even los om te proberen tot een bewijsplaatje te komen - was ik hem alweer kwijt. Tegen kwart voor acht besloot ik toch enigszins teleurgesteld nog één rondje te scannen en "dan maar straks terug te komen". Al vlooiend door de Tureluurs vloog de franjepoot opeens in beeld. Hij had blijkbaar ofwel net buiten het bereik van mijn telescoop of ergens achter een rilletje of grotere vogel gezeten (of ik keek er ongeduldig gewoon stom overheen)!

Ik besloot de vogel, ondanks de nu toch wel serieuze tijdsdruk, "rustig" te bekijken en het bewijsplaatje te laten. Voor je het weet is hij er weer vandoor en uiteindelijk wil ik de vogel toch goed herkenbaar zien. Ik maximaliseerde de beschikbare tijd - net iets meer dan dat - en zette één minuut na de afgesproken tijd mijn auto op de afgesproken plek voor het veldbezoek.

Overigens geheel onverwacht, een hapaxje weggewerkt op de orchideeënlijst. Tijdens het veldwerk liep ik zomaar tegen Veenmosorchis (Hammarbya paludosa) aan! Een in Nederland zeer zeldzame soort die je hier vanwege de even zeldzaam voorkomende groeiplaats eigenlijk alleen kunt zien als je dingen doet die eigenlijk niet mogen. Daar heb ik nog levendige herinneringen aan. De gebieden zijn niet alleen zeer moeilijk bereikbaar, maar ook altijd voor publiek afgesloten, erg kwetsbaar, wat verraderlijk en moeilijk toegankelijk. Op meerdere vlakken tegelijk dus behoorlijk goed uitkijken wat je doet, want leefgebied beschadigen is natuurlijk het laatste dat dient te gebeuren. In Finland ooit nog bijna een veenlijk geworden in de ambitie ze mooi te fotograferen.

Op de terugweg schoot, zo bleek, geen energie meer over om het nóg een keer te proberen bij de Grote franjepoot. Vroeg op, lange dag in het veld in de zon, thuisreis van bijna drie uur in de spits voor de boeg, weinig nachtrust. Enfin, een beetje een berg om tegenop te zien. En je hebt de vogel dan ook al gezien, alleen niet vastgelegd. Dat helpt ook niet voor de motivatie.

In totaal drie exemplaren Veenmosorchis én een Grote franjepoot. Dan is je geluk voor de dag wel opgebruikt, leek mij ook. Misschien wel voor wat langer. We gaan naar huis.

Veenmosorchis (Hammarbya paludosa), juli 2022