Vogelgids

Gepubliceerd op 18 februari 2022 om 17:52

Ik heb respect voor mensen die hun geld verdienen als (vogel)gids. Ik zou eraan ten onder gaan, de verwachtingen (die altijd te hoog zijn), de onvermijdelijke teleurstellingen, de onzekerheid. Eén keer per jaar functioneer ik een winterweekend lang als vogelgids voor een goede vriend uit Spanje. Wintervogels kijken in Nederland. Dit jaar kon het weer en had hij een vriend mee.

Het begint eigenlijk al weken van tevoren: wat vinden ze interessant, wat zit er en is relatief plaatstrouw, welke routes levert dat op, hoeveel tijd kost dat, wat is de back-up... De wensenlijst is nooit heel ingewikkeld: ganzen, zwanen en "winter- en zee-eenden", plus wat er is blijven hangen of toevallig voorbij komt. Ik herinner mij nog mijn eigen verbazing over het grenzeloze enthousiasme bij het zien van Kolganzen (Anser albifrons). Gidsen is blijkbaar ook echt omdenken en verplaatsen in een ander. Of is het goed weten wat je hebt?

Bovenaan staat steevast Roodhalsgans (Branta ruficollis). Uren en uren staken we samen in die gans. Die heeft voor hem - en nu hij ze al drie keer zag zéker voor zijn vriend - mythische status. Net als Dwerggans (Anser erythropus). Zoveel mogelijk "lifers" is eigenlijk de opdracht. Appeltje-eitje..?!?

Voor "lifers" bleek deze herfstachtige winter prima: Humes bladkoning (Phylloscopus humei) en Bruine boszanger (Phylloscopus fuscatus) - allemaal "lifers" - bleven maar in redelijke aantallen aanwezig. Maar Rosse franjepoot (Phalaropus fulicarius) zagen ze ook nog nooit. De lijst met A-soorten werd langer en langer, terwijl de tijd die in een weekend zit niet mee rekt.

En hoewel het gewoon vrienden onder elkaar is en eigenlijk alles wel goed is, voel ik dan toch druk om te leveren.

Het begon slecht: vanwege de harde wind en regen zaten de Wilde zwanen (Cygnus cygnus) van het Beuven vrijdagnamiddag na aankomst op de luchthaven ongetwijfeld uit de wind tussen de Peelrijt en het grote eiland. Onzichtbaar. Met moeite lukte het om één Kleine zwaan (Cygnus bewickii) uit de Pitrus (Juncus effusus) te trekken. De ene Wilde zwaan op de velden achter hun auto konden ze er niet uit trekken. Ik kon niet meer helpen, want een lekke band vroeg om onmiddellijke reparatie met het oog op de aankomende weekend-kilometers. Dat wil je niet met een thuisbrengertje.

De Rosse franjepoot (Phalaropus fulicarius) van Zoetermeer.

Zaterdag zou de enige dag zijn met fatsoenlijk weer, dus we gingen voor de zangertjes. Maar we begonnen met de Rosse franjepoot. Die deed prima mee. Na ongeveer tien minuten vol in de wind (altijd goed voor de vraag "Hoe overleef je die wind?!?"), pikte ik hem vliegend op. De afstand was groot, maar de vogel duidelijk herkenbaar. Kunnen we niet dichterbij? Zeker wel! Een korte wandeling bracht ons binnen schootsafstand van deze "lifer", waar we al met al anderhalf uur aan spendeerden. Daar ging mijn planning!

Door naar de Bruine boszanger. Daar had ik een heel hard hoofd in, want de locatie in Oegstgeest was nogal onoverzichtelijk en als de vogel op de eilandjes zit, heb je gewoon pech. Hij was ook nog niet gemeld. Maar deze was dichterbij dan die in Zwolle. Eigenlijk kozen we deze, omdat we van onze eigen kansen uit wilden gaan. Dat deden we tenslotte ook voor de franjepoot, die al dagen niet gemeld was.

Na een half uurtje vruchteloos zoeken naar de boszanger besloten we ons zoekgebied wat te verleggen toen een mede vogelaar ons vertelde dat  de vogel een eindje verderop in een braamstruik zat! Dat bleek zo te zijn en we vielen met onze neus in de boter in die zin, dat de vogel meteen riep en kort daarna aan de buitenkant van het braamstruweel rustig open en bloot voorbij kwam. Alle drie werden we erdoor overrompeld. Niemand had zijn camera klaar! Ik kon ternauwernood nog een geluidsopname starten. Maar niet getreurd: veel beter gezien dan ooit gedacht en daar gaat het om.

Na twee soorten was het al tijd voor keuzes! Dwerggors (Emberiza pusilla) of Humes bladkoning? Voor allebei hebben we te weinig daglicht. Struikrietzanger (Acrocephalus dumetorum) - ook een potentiële "lifer" - leek te onzeker. Wel allemaal ongeveer in deze regio, behalve de bladkoning.

Het werd de Humes bladkoning in Flevoland. Niet die in Zwolle, want Bruine boszanger was al fantastisch gelukt. We waren niet de enige en het heeft mij nog nooit zoveel tijd gekost om mijn auto kwijt te kunnen in of bij een natuurgebied! Op zich deed ook de bladkoning goed mee: vrijwel direct hoorden we de vogel hoog in de kronen roepen. Nog oppassen ook, want er werd druk getaped (dat is het geluid van de vogel afspelen in de hoop dat hij reageert en/of zich laat zien). Voor je het weet sta je iemands mobiele telefoon af te vinken voor je lijst. Best hinderlijk, eigenlijk. Tapen of niet, de vogel kwam niet naar beneden en bleef onvindbaar in de kronen. Een Appelvink (Coccothraustes coccothraustes) kon de lichte teleurstelling van alleen horen en niet zien niet verbloemen.

Bijna donker. Nog tijd voor één stop. Eenden? Mwa, weinig enthousiasme. Ransuilen (Asio otus)? Kan dat? Ja hoor! Graag! Bij de bekendste Ransuilen van Nederland was de Humes bladkoning erg snel vergeten. Wat een feest en dito enthousiasme. Passend eind voor een mooie dag met vier "lifers".

Ransuil (Asio otus)

Al twee weken werd voor de zondag harde wind en stromende regen voorspeld. Dat veranderde niet. Daarom hadden we deze dag voor ganzen in het Oudeland van Strijen gelaten. Die geven niet om regen. Maar we gingen eerst op herkansing voor Wilde en Kleine zwaan in een verder kansloze landbouwpolder net boven Breda.

De zwanen zaten keurig op post in duidelijk afgescheiden groepjes van de vele malen talrijkere Knobbelzwanen (Cygnus olor). Gek genoeg was het eerste bericht uit de auto achter mij (we hadden eigen auto's in verband met Corona en hun vliegreis...) "Het zijn alleen maar Knobbelzwanen!". Na wat heen en weer appen kreeg ik hen zover om links van de auto te kijken, weg van de Knobbelzwanen, naar de negen Wilde zwanen die bijna op de deur klopten. Had ik even tijd om de Kleine zwanen te zoeken, die iets meer achterin zaten. Na wat verder heen en weer appen, waren ook die vijf vogels in beeld en tevreden konden we op zoek naar Dwerg- en Roodhalsgans.

Het weer verslechterde verder en verder en hoewel Dwergganzen in principe gegarandeerd zijn (voor zover dat in onze hobby bestaat) in het Oudeland van Strijen is het meestal geen sinecure om ze te vinden. Hard werken eigenlijk gewoon. Ze zijn hun naam eer aan doend klein en het gebied is nog heerlijk geaccidenteerd. De stromende regen en rukkende wind hielpen niet. Aan het eind van "de weg" leek het mij goed - beter: de enige mogelijkheid - om uit te stappen en in de betrekkelijke luwte van de auto met de telescoop te zoeken. Ver weg vond ik 11 Dwergganzen. Wel de "lifer", ook de afstand. Kunnen we dichterbij? Eh, nou, deze weg mag je niet inrijden dus alleen lopend. Mike was verstandig. Die bleef in de auto. Max wilde zijn "lifer" graag beter zien (Terecht. Zou ik ook willen), dus gingen we lopen. De regen kwam echt horizontaal voorbij en halverwege de weg met het bord verboden voor alle verkeer kwam ons een auto tegemoet. Een mede vogelaar die vanuit zijn droge auto lachend zei "Nou, jullie willen wel heel graag". Op de vraag of je hier toch mocht rijden zei hij: "Nou ja, iedereen doet het gewoon". Hilarisch. Weer eens te netjes. Dwergganzen had hij niet gezien. Wat me toch weer onzeker maakte. Ideaal waren de omstandigheden tenslotte niet...

We liepen door en hoewel ik echt heel goede kleding heb, was ik via de zakken van mij waterdichte broek waarboven de waterdichte jas net ophoudt nat tot op mijn onderbroek. Op enkele tientallen meters van wat voor mij Dwergganzen waren geweest maakten we ons zo klein mogelijk om vast te stellen: het zijn Dwergganzen! Gelukkig... Max blij met de gele oogring en het steile voorhoofd.

Dwerggans (Anser erythropus), Oudeland van Strijen, 06 February 2022 in werkelijk verschrikkelijk weer!

De Roodhalsgans konden we niet vinden. Wat doen we? Brouwersdam (met dit weer!) of de Humes bladkoning in de buurt die ik een paar dagen eerder scoutte en die beter te zien en te horen was. Het werd de bladkoning, maar ook hier geen geluk. Te veel wind, te nat, wie zal het zeggen. Wat dan? Terug voor de Roodhalsgans? Van de Brouwersdam waai je af en in de golven kun je wel vogels zien, maar niet zo goed als je nu denkt. Roodhalsgans it is.

Inmiddels was het wat droger en rustiger geworden. Ik grapte nog dat het nu waarschijnlijk de eerste vogel zou zijn die we zouden zien. Wist ik veel dat het ook echt zo zou zijn. Vanaf hetzelfde punt - de Dwergganzen zaten nu dichterbij - vond ik inderdaad vrijwel direct een jonge Roodhalsgans! Bij Roodhalsganzen is het niet onbelangrijk om te kijken of ze geringd zijn. Ontsnapte vogels vervuilen het beeld een beetje en de meeste vogelaars tellen geringde vogels niet voor hun lijsten. Max ook niet.

Dat de vogel ongeringd was, was eenvoudig vast te stellen, want de vogel bleek verre van gezond. Hij foerageerde niet, liep moeilijk en wat doelloos en kon - zo bleek toen alle andere ganzen op de vleugels gingen vanwege een boer  - niet meer fatsoenlijk vliegen. Het gedrag deed me denken aan vogelgriep, een helaas langzame dood voor vogels. Dat doet wel wat met de feestvreugde rond de "lifer", maar een Roodhalsgans is een Roodhalsgans. Hoewel af en toe meerdere Roodhalsganzen gemeld werden in het Oudeland, konden we alleen deze vogel vinden en waren we er tevreden mee. Weer twee "lifers" voor een van de twee. Naar huis en hotel om op te drogen!

Het gidsen zat erop! Echt heel leuk om te doen, maar zeker niet eenvoudig. Te ambitieuze planning, meer en minder goed meewerkende vogels, uitdagende weersomstandigheden... Volgend jaar weer!

Trouwens: Een dag later werd er toch een adulte, gezonde Roodhalsgans zonder ring gevonden in het Oudeland van Strijen. Dat heb ik (nog) niet verteld :) 

Roodhalsgans (Branta ruficollis), Oudeland van Strijen, 06 February 2022