IJmuiden

Gepubliceerd op 24 juni 2025 om 21:45

Als het wat betreft vogels relatief stil is geworden, op gieren en arenden na, wordt het leuk voor vlinders, libellen en planten. Zo werden met Kleine weerschijnvlinder (Apatura ilia) en Dambordje (Melanarchia galathea) alweer de eerste dwaalgasten in het zuiden van het land opgemerkt. Kleine weerschijnvlinder is nog nieuw voor mijn Nederlandse lijst. Maar ja, rijden op een waarneming van een zeldzame vlinder is in mijn optiek meestal een vrij kansloze onderneming, zeker als de afstand groot is. En dat is in geval van Kleine weerschijnvlinder, die meest wordt gevonden in de onmiddellijke nabijheid van mijn ouderlijk huis, eigenlijk altijd zo. Je moet net in de buurt zijn.

Het was een relatief druk weekend met redelijk wat afspraken. Bijvoorbeeld een feest op de moestuin van het thuisfront zaterdagmiddag. We besloten de ochtend zelf op zoek te gaan naar Kleine ijsvogelvinder (Limenitis camilla) en Grote weerschijnvlinder (Apatura iris) in de Bisschopsvelden en de zondag te gaan kijken bij de Honingsorchis (Herminium monorchis) van IJmuiden. Dat doen we elk jaar wel een keer.

Het was zaterdagochtend al meteen erg warm en er vlogen veel minder vlinders dan de jaren ervoor, viel ons op. Het aanbod aan nectarplanten leek ook achteruit gehold, een inmiddels afgemaaid kleurrijk maar treurig zaadmengsel ten spijt. Kampina is wat mij betreft op meerdere vlakken overgewaardeerd.

We vonden eigenlijk niets noemenswaardig en besloten door te lopen naar de al jaren totaal vergraste heide waar enkele kleine onderzoeksplotjes het hoogtepunt vormen. Daar, in tegenstelling tot andere jaren, ook van Klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe) geen spoor. Misschien wel verdronken, net als op veel andere plekken in Brabant. De kleine man, die er eigenlijk al vanaf het begin geen zin in had, vond de heide al snel 'niet meer zo leuk', dus liepen we terug. Mijmerend bij wat Weidebeekjuffers (Calopteryx splendens) jakkerde opeens een Grote weerschijnvlinder voorbij. Te warm om zich goed te laten bekijken, maar goed herkenbaar.

We besloten ergens te gaan lunchen alvorens het feest op de moestuin aan te doen. Er verscheen een appje in de 'Vlinders & Libellen-groep' dat Kleine weerschijnvlinder nu al enkele dagen min of meer regelmatig op dezelfde plek in het Geuldal werd gezien. Die puzzel had ik nog niet gelegd, maar klopte wel. Maar we zouden naar IJmuiden. Toch had ik het idee dat dit misschien weleens dé kans zou zijn. Dat zei ik tegen het thuisfront, dat antwoordde 'Waarom bel je niet naar ouders om te vragen of we kunnen blijven slapen?'. Dat bleek geen enkel probleem en de reden waarom riep niet al te veel vragen op. Ze kennen me te goed, denk ik. Dus het roer ging om en bijna mijn hele familie werd ongewild onderdeel van het plan! Geen IJmuiden voor ons. Even naar de moestuin, spullen pakken en naar het zuiden om op zondag de Kleine weerschijnvlinder te proberen. De kleine man vond het 'een goed idee', want hij mocht naar opa en oma!!

Kleine weerschijnvlinder (Apatura ilia), Geuldal, 22 juni 2025

Ik wilde er graag vroeg zijn, op de plek van de Kleine weerschijnvlinder, want ook zondag zou het alweer vroeg heel warm worden. En hoe warmer, hoe lastiger. Probleem met de bewuste plek is dat je de auto eigenlijk nergens fatsoenlijk in de buurt kwijt kunt. Dat is normaliter niet erg. Het Geuldal is juist op dat stuk werkelijk prachtig. Het is lastiger als je wilt twitchen. Met nog een paar minuten te gaan kwam het bericht dat de Kleine weerschijnvlinder gevonden was. We kozen ervoor om zo dichtbij mogelijk de auto in de berm te zetten. Daar waar een bord ruim een kilometer eerder lijkt te suggereren dat juist dat niet helemaal de bedoeling is. Maar we stonden niemand in de weg.

Het was niet ver lopen en we stapten door. Ik zag de man voor ons een sprintje trekken. Het thuisfront zei 'Ga jij ook maar', maar ik veinsde innerlijke rust. Bij aankomst bleek dat hij de vlinder nog had zien wegvliegen. We waren dus nét te laat. Dat was even slikken. Je had tenslotte altijd nét iets eerder kunnen zijn. Iets eerder weg kunnen gaan. Iets efficiënter kunnen parkeren. Iets harder kunnen lopen. Iets... .

Maar het bleek stress voor niks, want minder dan vijf minuten later landde de vlinder weer op de oever van de Geul en liet zich daar langdurig werkelijk prachtig bekijken. Alle kenmerken rustig een voor een afvinken en genieten van de blauwe weerschijn in de vleugels. Het was ook nog een mooi individu. Niet afgevlogen en nauwelijks beschadigd. Geweldig. Eindeloos fotokansen. 

En het werd nog beter. Op dezelfde plek vlogen ook wat Kleine tanglibellen (Onychogomphus forcipatus), een soort die ook nog niet zo heel lang vaste voet aan de grond heeft in Nederland. Bovendien een hapaxje, omdat ik de soort tot nu toe steeds op dezelfde plek op fietsafstand van mijn ouders zag. En het werd nóg beter. Iets verderop bleek Braamparelmoervlinder (Brenthis daphne) te vliegen. Ook een soort die nog niet zo lang gelden vaste voet aan de grond kreeg, maar het verschrikkelijk goed doet. En een hapaxje. Enorme dichtheid aan zeldzaamheden, ook qua flora overigens, op deze vierkante kilometer Nederland.

Een ongekend succesvolle twitch en dagvlinder nummer 70 op de Nederlandse lijst. Iets dat het thuisfront en ik vierden met vlaai. 

Kleine tanglibel (Onychogomphus forcipatus)

Braamparelmoervlinder (Brenthis daphne)

Het was allemaal zo vlot gegaan, dat we ruim tijd over hadden om nóg een plan te maken. Het werd de Sint-Pietersberg, vooral vanwege de flora. Maar god wat was het heet, zeker op die stukken waar je wel in de zon, maar uit de wind liep. 'Mich brikt d'r lebendige oes', zou oma zeggen.

Onder de schaduw van een paar eiken, met uitzicht op een grasland waar als het niet op een paar hoekjes na in de bloeitijd (!) helemaal is afgemaaid wel Staartblauwtje (Cupido argiades) vliegt, probeerden we wat af te koelen. Opeens zei het thuisfront 'Hey, dat lijkt wel een Dambordje'. En inderdaad, tegen de wind in vloog een Dambordje (Melanargia galathea) rustig voorbij! Ook een hapaxje! 

Toen het niet lukte om óók nog Keizersmantel (Argynnis paphia) te vinden, besloten we dat ons geluk en zweet voor vandaag op waren. We liepen op ons laatste zweet door de groeve, langs de Bruinrode wespenorchis (Epipactis atrorubens) naar het terras van D'n Observant om nóg een keer de zeldzaam goede dag te vieren. 

Dambordje (Melanargia galathea), Sint-Pietersberg, 10 juli 2019