Reisverslag Tenerife 2025

Gepubliceerd op 9 juni 2025 om 22:22

Onze reis naar Tenerife was een gezinsvakantie. Niet vogelen van zonsopgang tot zonsondergang dus. In dat geval zou een kortere reis waarschijnlijk een vergelijkbaar aantal soorten opleveren. Toch liggen vogels, planten en vlinders meestal aan de basis van onze vakanties, vooral via langere of kortere wandelingen in geschikte gebieden en gerichte bezoeken aan specifieke, kansrijke locaties. Tenerife vormde hierop geen uitzondering.

Ter voorbereiding gebruikten we de meest recente Crossbill, de iets verouderde Gosney, een paar wandelgidsen van Rother en een reisverslag van een goede vriend. Hieruit bleek dat het groene noorden van het eiland voor ons het meest interessant zou zijn. We boekten daar dan ook accommodatie (Tejina). Ver weg van de resorts in het zuidwesten. Gelukkig.

In dit verslag overigens niet veel foto’s. Reizen met een kleine man betekent  in ons geval kiezen tussen een telescoop en een degelijke camera. We kozen voor de eerste, waardoor voor fotografie een van de eerste digitale camera’s ooit geproduceerd overbleef. Zelfs toen was het niet de beste camera, wat een vrij accurate beschrijving is van de kwaliteit van de foto’s. Zeker naar huidige maatstaven.

Vrijdag 09 mei 2025

We vlogen in de middag vanaf het prettig kleine vliegveld van Eindhoven. Na bijna een uur vertraging door een valse bommelding, een vlucht van bijna vijf uur en een rit van net geen uur, arriveerden we rond 20.00 uur bij onze accommodatie. Geen tijd om vogels te kijken onderweg (ik ben geen relaxte reiziger), dus de enige vogel die we goed genoeg zagen was een Turkse tortel (Streptopelia decaocto) op de parkeerplaats voor huurauto's.

Hoewel Tenerife bij Spanje hoort, leek het of de mensen hier wat makkelijker in de omgang zijn, met iets minder temperament. Vergeleken met onze ervaringen in Spanje (en thuis) was bijvoorbeeld het verkeer veel meer vergevingsgezind, minder gehaast.

Nadat we de kleine man naar bed gebracht hadden, konden de eerste ‘lifers’ gewoon in de tuin van ons huisje bijgeschreven worden. Prachtige waarnemingen van laag vliegende Madeiragierzwaluwen (Apus unicolor), Kanarie (Serinus canaria) en Canarische tjiftjaf (Phylloscopus canariensis), evenals veel Merels (Turdus merula) en een Torenvalk (Falco tinnunculus). De laatste twee behoren tot de lokale ondersoorten, al was dat bij de Merel voor ons nauwelijks zichtbaar. Bij Roodborst (Erithacus rubecula) daarentegen wel. Deze leek een duidelijke witte oogring en veel lichtere borst te hebben dan thuis.

De bloemen zaten vol met Monarchvlinders (Danaus plexippus) en Canarische bont zandoogje (Pararge xiphioides) en de muren krioelden van de Canarische hagedissen (Gallotia galloti). We hadden het slechter kunnen treffen. Wat stond ons nog meer te wachten, aangezien er eigenlijk niets bijzonders was aan de tuin of de locatie?

Zaterdag 10 mei 2025

Het zou een rustige dag worden. Herstellen van de reis en boodschappen doen, want je kunt op dat vlak nauwelijks iets bruikbaars meenemen in het vliegtuig. We merkten dat de wegen in het centrum van ons dorp afgesloten zouden zijn op zaterdag en zondag vanwege festiviteiten. Iets met religie en moederdag, maar we kwamen nooit achter de details.

We stelden het zoeken naar Blauwe vink (Fringilla teydea) – dé soort die we echt wilden zien – uit tot maandag, omdat we verwachtten dat dé picknickplek waar je moet zijn vol mensen zou zitten, waardoor we fatsoenlijke waarnemingen wel op onze buik zouden kunnen schrijven.

In plaats daarvan gingen we naar Punta del Hidalgo, een schilderachtige plek met uitzicht op de oceaan. Tijdens de onvermijdelijke afdaling naar het strand maakten cactussen en vetplanten plaats voor zouttolerante soorten, die op hun beurt plaats maakten voor kaal gesteente, ook wel strand. Genoeg stenen voor de kleine man om mee te spelen.

De zee zat vol met Kuhls pijlstormvogels (Calonectris borealis), die op korte afstand voorbij kwamen. De soort staat op de Nederlandse lijst, maar is vrijwel onmogelijk voor vogelaars die niet aan de kust wonen. Het spreekt voor zich dat het geweldig was ze zo goed te kunnen zien. Kleine pijlstormvogel (Puffinus baroli) kon ik er niet tussenuit plukken. De getijdenpoelen bevatten geen steltlopers, op een enkele Regenwulp (Numenius phaeopus) na. Aangezien de trek thuis in volle gang was, was dat te verwachten.

Op de terugweg hoorden we na talloze Canarische tjiftjafen eindelijk een pieper! Aangezien Berthelots pieper (Anthus berthelotii) de enige optie is, waren we vrij zeker, maar een uitstekende waarneming in goed licht maakte determinatie zeker. Nieuwe soort nummer vier.

Onze accommodatie had een privé-pad een berg op, dat we 's middags na de middagslaap van de kleine man probeerden. Het langzaam stijgende deel bestond uit verlaten velden begraasd door een kleine kudde schapen. We zagen een flink aantal vlinders, waaronder soorten die we ook thuis zien. Net voor het steile stuk vloog er een Barbarijse patrijs (Alectoris barbara) op, maar het landschap was wellicht de grootste attractie van het pad. Prachtig uitzicht over de vallei en de oceaan.

Orchis canariensis 

Zondag 11 mei 2025

In de buurt van Aguamansa gingen we op verkenning in een gemengd laurier- en dennenbos waar in 2022 een bosbrand woedde. We interpreteerden een klein bord aan het begin verkeerd. Achteraf bleek dat het ons vertelde dat een deel van het pad gesloten was voor herstelwerkzaamheden. Wij gingen gewoon op weg. Onderweg werden we begroet door verschillende Canarische atalanta's (Vanessa vulcania).

Hoewel we vroeger thuis kort een tamme Kanarie hadden, ben ik niet goed bekend met hun geluiden. Dus terwijl een voor mij onbekend geluid wéér uit een Kanarie bleek te komen, wees het thuisfront plots op een paar nog bloeiende Orchis canariensis! Dat hadden we niet verwacht (we zouden te laat zijn)! Maar daar stonden ze, op een onbereikbare plek in de diepe schaduw van een barranco dicht bij een brug (28.3559, -16.4977).

Na ons losgerukt te hebben, ontdekten we dat het pad niet veel verderop volledig afgesloten was. Net vóór het stuk dat ons het leukst leek, vanwege de beloofde kwaliteit van het bos en de kans op nog meer orchideeën. Het pad dat wel toegankelijk was, leverde Afrikaanse pimpelmees (Cyanistes teneriffae) en de lokale ondersoort van Goudhaan (Regulus regulus) en Grote bonte specht (Dendrocopus major) op, maar leidde ons de verkeerde kant op. We besloten dat onze beste optie was om de route in tegenovergestelde richting te lopen. Zo zouden we toch het grootste deel kunnen zien, al wisten we niet goed hoe ver de afsluiting door zou lopen. Zonder een echt plan hoe we vanaf het andere uiteinde bij de auto terug moesten komen, keerden we om.

Na een beangstigend lange afdaling (want die moet je ook weer omhoog) zag ik plots een duif met een tweekleurige bovenzijde en een enkele band midden over de staart: Bolles laurierduif (Columba bollii)! Geen twijfel mogelijk. Ik zag niet precies waar hij landde, maar het thuisfront vond een duif in de bomen vlakbij de plek waar ik hem kwijt was geraakt. Terwijl we op zoek gingen naar een betere waarneming van Bolles laurierduif, zagen we een duif met egaal donkere bovenzijde en een duidelijke witte eindband aan de staart: Laurierduif (Columba junoniae)! Binnen enkele minuten hadden we beide endemische duivensoorten gezien. Fantastisch. Twee soorten, bovendien, waarvan we dachten dat ze lastig te vinden zouden zijn, hoewel een vriend van ons zei dat hij ze zonder moeite had gezien. Ook tijdens een gezinsvakantie. 

Even verderop hoorde ik een 'vink'. Een fantastisch mannetje Canarische vink (Fringilla canariensis)! Of we de auto ooit terug zouden zien was niet meer zo belangrijk. Het was hoe dan ook de juiste keuze om gewoon te gaan lopen! We zaten al op tien nieuwe soorten.

Terug bij de picknickplek waar we de auto hadden achtergelaten, bleek dat het uitstellen van onze zoektocht naar de Blauwe vink een goede zet was. De plek zat vol met families die een indrukwekkende hoeveelheid eten hadden meegenomen. Wij, in onze wandelkleding met slechts wat karige boterhammen, vielen nogal op! Moederdag wordt hier serieus genomen!

Maandag 12 mei 2025

De jacht op de Blauwe vink kon beginnen! Volgens al onze boeken en vrienden was de picknickplaats bij Las Lajas dé plek. Dus gingen we op weg voor een rit van anderhalf uur over El Teide. Het landschap was schitterend en in de krater zagen we de lokale ondersoort van Slechtvalk (Falco peregrinus). Maar de vele bochten in de weg en het snelle stijgen was teveel voor de kleine man, die vanuit de huurauto de horizon nauwelijks kon zien. Auto- en hoogteziekte tegelijk.

De kleine man was niet blij, maar bij Las Lajas was een speelplek. Dat maakte alles goed! Ik was te onrustig door het vooruitzicht van Blauwe vink en begon te zoeken naar bankjes met waterkranen in de buurt. Zoals beloofd in het reisverslag van onze vriend, duurde het niet lang voor een fantastisch mannetje zich in volle glorie liet zien (28.1909, -16.6656).

Wat een vogel. Groot voor een vink naar mijn idee, maar niet zo blauw als in de boeken. Eerder grijzig blauw. Na een tijdje wisselden mijn partner en ik van rol, maar nu was de vink nergens te bekennen! We moesten het doen met de lokale ondersoort van Raaf (Corvus corax) en Grote bonte specht. Uiteindelijk vonden we nog één vink. Veel verder weg en we kregen hem nooit meer zo mooi in beeld als de eerste. Het leek het thuisfront nauwelijks te deren, maar ik moest onwillekeurig denken aan de Sneeuwuil (Bubo scandiacus) die zo af en toe nog altijd tussen ons in staat.

We besloten terug te gaan naar de krater voor een wandeling, op zoek naar Echium wildpretii. In de gidsen stond dat de paden op dinsdag en donderdag gesloten waren vanwege Mouflon-beheer (Ovis gmelini). Inmiddels bleek dat beheer op maandag, woensdag en vrijdag plaats te vinden. Je zou kunnen concluderen dat het beheer niet erg succesvol verloopt. Voor ons betekende het in elk geval dat we er geen mooie rondwandeling van konden maken.

We leerden wel dat de hagedissen nieuwsgieriger zijn dan goed voor ze is wanneer er eten in de buurt is. Ze knabbelden zelfs aan onze rugzakken en waterflessen! Ik betwijfel of broodkruimels goed voor ze zijn, maar goed, we zijn onze vakantie ook begonnen bij de McDonald’s!?! Laat wel zien dat leven op een vulkaan geen vetpot is.

Ook zagen we uitgebreid het endemische ‘Tenerife resedawitje’ (Euchloe eversi) en het eveneens endemische Canarische blauwtje (Cyclyrius webbianus). En opnieuw: het landschap alleen al was de moeite waard. Wandelen door een steenwoestijn in de caldera met uitzicht op El Teide is op zichzelf al indrukwekkend.

Omdat we geen echte wandeling konden maken, besloten we een kijkje te nemen in de botanische tuin achter het bezoekerscentrum waar we onze auto hadden geparkeerd. We zagen bloeiende Teide-viooltjes (Viola cheiranthifolia) - in een bakje om ze tegen konijnen te beschermen - die we in het wild niet verwachtten te zien en belandden uiteindelijk bij een klein, kunstmatig poeltje (28.3044, -16.5666). Daar vonden we vijf (!) Blauwe vinken die aan het badderen en poetsen waren. Laten we zeggen dat ik de botanische tuin de volgende keer boven Las Lajas zou verkiezen. We hadden nu elf nieuwe soorten gezien.

Blauwe vink (Fringilla teydea)

Dinsdag 13 mei 2025

Na de indrukwekkende steenwoestijnen van El Teide trokken we opnieuw naar de laurierbossen. We startten op zeeniveau bij Los Silos en volgden een barranco omhoog richting Erjos, ongeveer een kilometer hoger.

De plantengroei was prachtig! Geleidelijk veranderde de begroeiing van vetplanten naar de weelderige rijkdom van het laurierbos. Op de kale rotsen was Monanthes polyphylla een hoogtepunt. Zo’n klein bolletje schoonheid in een barre omgeving. Verrassend genoeg waren overal sporen van (vroeger) landgebruik, zelfs op de steilste hellingen.

Bij een brug, zo’n 400 meter hoger, namen we een pauze en besloten om te keren. De hoogtevrees van het thuisfront begon op te spelen en de rugzak met de kleine man werd ook behoorlijk zwaar. Het is vakantie, geen bootcamp. We hadden inmiddels de lokale ondersoort van Zwartkop (Sylvia atricapilla) en Buizerd (Buteo buteo) gezien en gehoord.

Ook vonden we een paartje Kleine zwartkop (Curruca melanocephala). Volgens onze informatie zou dit een van de meest algemene soorten zijn, maar het duurde lang voor we er één zagen. Waarschijnlijk zijn ze talrijker in het droge zuidwesten, dat we bewust meden.

Zoals altijd is de weg naar beneden heel anders dan de weg omhoog. Door de tegengestelde kijkrichting, maar ook omdat het gewoon minder inspannend is. We ontdekten allerlei planten, vooral varens, die we op de heenweg gemist hadden. Ook zagen we wilde Drakenbloedbomen (Dracaena draco) op rotsige uitlopers die we eerder over het hoofd zagen. Prachtige bomen in hun natuurlijke omgeving. En precies op de plek waar ik op de heenweg een duif te kort zag om op soort te brengen, vloog nu een Laurierduif over. Even later nog een, uit dezelfde richting. Toen een Bolles laurierduif, gevolgd door weer een Laurierduif. We hadden een duiven-snelweg gevonden! De waarnemingen waren kort, maar het decor maakte het bijzonder.

Bij een plek met veel bloeiende planten vonden we Canarisch groot koolwitje (Pieris cheiranthi), herkenbaar aan de grote zwarte vlekken op de vleugels. Ik geloof heus dat goed nagedacht is over de soortstatus, maar ik ben er niet helemaal zeker van dat ik niet ooit een afwijkend Groot koolwitje (Pieris brassicae) in Nederland heb gezien met minstens zulke grote vlekken…

Op de terugweg naar ons huisje stopten we bij een plek die Dave Gosney sterk aanbeveelt: Barranco de Ruiz. De kleine man was net in slaap gevallen, dus ik ging alleen op pad. Al na een korte wandeling zag ik de eerste Laurierduiven overvliegen, waarvan er één ging zitten in een dode boom. Ik meende ze ook te horen en binnen enkele minuten waren vijf exemplaren te zien. De beste waarneming tot nu toe. Bij de parkeerplaats zagen we een Spaanse mus (Passer hispaniolensis) en een geringde, tamme Raaf van de lokale ondersoort. Het is me nog niet gelukt om de ring te melden bij het juiste programma.

We sloten de dag af bij een restaurant, waar mensen dol bleken op kleine kinderen; ze speelden en grapten met onze kleine man.

Monanthes polyphylla

Viola anagae

Woensdag 14 mei 2025

We kregen geen genoeg van de laurierbossen. Maar ik was naïef geweest over het vergunningssysteem en we wisten vooraf niet goed hoe een vergunning te krijgen. Toen we de juiste ingang uiteindelijk vonden, bleken alle vergunningen voor onze week al uitgegeven. Jammer. Geen wandelingen in de strikte reservaten dus. Wel waren er suggesties voor wandelingen in vergelijkbare gebieden. We gingen naar Anaga en vonden daar inderdaad een prachtig laurierbos met een relatief complexe ondergroei. Volgens ons was dat het verschil met de door branden aangetaste bossen die we eerder bezochten. Daar ontbrak vaak de ondergroei en waren de bossen veel opener. De route was ruim voor 10.00 uur al druk, dus er was weinig vogel activiteit.

Ondanks ons gebrek aan vergunningen besloten we tóch een startpunt van zo’n wandeling op te zoeken. Het thuisfront had gelezen dat de bermen bij de parkeerplaats een goede afspiegeling zouden zijn van de flora in het reservaat. De kleine man sliep in de auto, dus we liepen het stuk om de beurt. Het thuisfront vond onder andere Viola anagae, endemisch voor deze barranco. Het hoogtepunt van de dag! Samen met Ixanthus viscosus, een gentiaansoort (waarvoor ik een wereldlijst bijhoudt).

Echium wildpretii

        Teide-viooltje (boven) in haar habitat (onder)

Donderdag 15 mei 2025

Blauwe vink

Tijd vliegt. We moesten alweer besluiten wat we met onze laatste volledige dag op Tenerife wilden doen. We kozen ervoor om terug te keren naar El Teide, aangezien op donderdag alle paden open zouden moeten zijn.

De route begon bij een van de drukke bezoekerscentra. Bussen met toeristen werden uitgeladen, namen dezelfde foto en vertrokken weer. Gelukkig werd het na een paar honderd meter rustig en konden we genieten van het landschap en de flora. Hier vonden we voor het eerst bloeiende Echium wildpretii in haar natuurlijke habitat. Niet in wegbermen. Ook de kleine man vond het een indrukwekkende plant.

De wandeling was kort, dus we hadden tijd voor nóg een tocht in de caldera. We besloten om het endemische Teide-viooltje een serieuze kans te geven. De route die daar naar een geologisch fenomeen loopt bleek enorm populair. De parkeerplaats was overvol, net als alle alternatieve plekken langs de weg. We vonden uiteindelijk een plek bij een uitzichtpunt, een kilometer van het startpunt.

De wandeling was . Na de 10 kilometer van vanochtend, volgden we het pad steil omhoog door de steenwoestijn onder de brandende zon. Na een paar kilometer zagen we een exclosure waar we Teide-viooltje vermoedden. En ja, daar stonden ze! Maar veraf en alleen zichtbaar met verrekijker. We besloten nog wat door te duwen en ineens vond het thuisfront een paar exemplaren vlak naast het pad, tussen de rotsen. Prachtig! In alles een viooltje, maar met bladeren aangepast aan droge, hete omstandigheden.

Moe en licht oververhit keerden we terug naar de auto voor een duik in het zwembad! Maar eerst nog even eten bij een van de plastic-fantastic toeristententen in de caldera (8.2941, -16.5653). Tijdens het eten zag ik iets blauws bewegen in mijn ooghoek: een Blauwe vink! Aan het scharrelen onder de tafels. Dat haalde toch een beetje de magie van de soort weg... . Niet veel later landde een Rotsmus (Petronia petronia) op de muur van het terras.

Vrijdag 16 mei 2025

Opnieuw hadden we een middagvlucht, dus er was nog tijd voor een laatste uitstapje in de ochtend. We besloten onze reis af te sluiten in de laurierbossen. Specifiek gingen we naar Erjos, warm aanbevolen door Dave Gosney voor Bolles laurierduif. Het pad sloot aan op het traject dat we eerder vanaf Los Silos hadden gelopen, waren we niet omgekeerd.

Nog voordat we het laurierbos echt bereikten, zagen we twee Bolles laurierduiven zitten in een paar dode bomen vlak naast het pad. Eindelijk uitstekende waarnemingen ook van deze soort, die we tot nu toe alleen vliegend hadden gezien. Er leek daar een gezonde populatie te zitten, want we zagen makkelijk zes vogels rustend of foeragerend.

Het bos zelf was wellicht het beste voorbeeld van laurierbos dat we tot nu toe hadden gezien, met een complexe ondergroei en heel veel kruidachtigen. Enorm gelaagd. Zouden de reservaten er ook zo uitzien? Natuurlijk hielpen de goed onderhouden paden mee. Oh, Dave Gosney schrijft dat je dit pad met de auto kunt rijden. Dat kan niet meer. Na een kleine parkeerplaats is het pad afgesloten voor motorvoertuigen.

Na een paar uur moesten we terug naar de auto en richting vliegveld. Omdat ik geen relaxte reiziger ben, waren er onderweg geen extra stops. Wel waren we nog altijd blij dat we niet in een van de resorts verbleven, die we nu passeerden. Ook al betekent dat het missen van de lokale ondersoort van Klapekster (Lanius excubitor) en geen kans op Woestijnvink (Bucanetes githagineus). De resorts liggen trouwens ook behoorlijk ver van de gebieden waar we de beste waarnemingen hadden.

 

Tot slot

In de beschikbare tijd vonden we 11 van de 12 mogelijke nieuwe vogelsoorten, waaronder alle endemen. Kleine pijlstormvogel lukte niet, maar had met wat meer tijd aan zee zeker gekund. Hoewel we erg laat waren voor orchideeën, vonden we toch de mysterieuze Orchis canariensis, samen met een reeks andere endemische planten. Het bleek het zonder goede literatuur overigens verdraaid lastig om planten met zekerheid tot soort te determineren. Wat vlinders betreft vonden we het aantal soorten lager dan verwacht. We zaten waarschijnlijk net tussen twee pieken in. 

Maak jouw eigen website met JouwWeb