We begonnen het Dutch Birding weekend in de Amsterdamse waterleidingduinen, waar de Bosgors (Emberiza rustica) die we op het oog hadden die nacht besloten had dat het mooi was geweest met de fotografen. Een hapaxje dat nog even blijft staan dus.
Op Texel was de hoop gevestigd op enkele nieuwe soorten voor de Texel-lijst. Ze waren al een tijdje aanwezig, maar gegeven de Bosgors geen zekerheidje.
Roze spreeuw (Pastor roseus) viel niet in die categorie, maar was wel het startpunt van ons weekend. De vogel zit middenin een woonwijk. Naast een speeltuin, bleek. De kleine man dik tevreden en het thuisfront en ik konden afwisselend de vogel bekijken. Een mooie volwassen vogel, mogelijk niet op de toppen van zijn kunnen. De pindakaas zal hem er wel doorheen slepen.
Terwijl we naar de Roze spreeuw keken, werd de Amerikaanse goudplevier (Pluvialis dominica) weer gevonden. Op de route naar ons verblijf. Bij aankomst konden we aanschuiven bij een groep uiterst vriendelijke vogelaars. Dat is geen gegeven tijdens een Dutch Birding weekend en vaak een afknapper voor het thuisfront. Eerste nieuwe soort voor de Texel-lijst binnen, al zag ik er eerder een op Texel. Aan Amerikaanse goudplevier op Texel had ik nog geen goede herinneringen.
Tijd om het even rustig aan te doen en de kleine man tijd te geven om aan het vakantieverblijf te wennen. De trampoline in de tuin maakt veel goed, alsook "de brug" in het huis, het zelf kiezen van je slaapkamer en de knuffels alvast het bed op laten warmen.
Vlak voordat we een hapje gingen eten, werd de Grote grijze snip (Limnodromus scolopaceus) weer gevonden. Nog geen vijf minuten van ons huisje, dus ik besloot hem nog mee te pakken. Onderweg blunderde ik tegen de hand tamme sneeuwgors (Plectrophenax nivalis) aan. De Grote grijze snip zat mooi vooraan. Tweede nieuwe soort voor de Texel-lijst binnen. Het was er zo druk, dat het leek alsof een nieuwe soort voor Nederland was gevonden! Uiteindelijk doet iedereen hetzelfde. Natuurlijk!
Het hapje eten was toevallig vlakbij de Sperwergrasmus (Curruca nisoria) die gedurende de dag regelmatig was gemeld. We keken even, maar het was al redelijk laat en de kleine man had het snel gezien. Ik eigenlijk ook. Gezellig eten met Jan, die dapper aan het kamperen was. "Jan slaapt in een tent" vertelt de kleine man nog steeds.
Met zo'n goede vrijdag bleven zaterdag en zondag over om zelf leuke vogels te vinden. We begonnen in de Slufter. Mooi als altijd, leuke planten, leuke vogels, maar een overvliegende Grote pieper (Anthus richardi) was de highlight. Gaandeweg begon de kleine man het wat moeilijk te krijgen. Beetje hangerig. Kort lontje. koude handen, dachten wij, ouders die alles voor het eerst meemaken. Terug naar het huisje en lekker opwarmen.
Tijdens het middagdutje van de kleine man met Jan afgesproken bij de eerstejaars Sperwergrasmus. We hoefden niet heel lang te wachten om hem te zien, maar het hield allemaal niet over. Totdat de vogel richting het strand vloog en daar in zo'n beetje het enige wilgenbosje aanwezig ging zitten. Ik had niet gedacht ooit een Sperwergrasmus zo goed te zien, laat staan de tegenwoordigheid van geest te hebben er ook nog een foto van te maken! Grote grasmus. Bleek. Opvallende witte veerranden. Mooi hoor! Toen de vogel weer vervloog had ik de indruk dat we daar met z'n allen wel eens debet aan zouden kunnen zijn. Jan en ik bliezen om die reden de aftocht en gingen nog een keer naar de Grote grijze snip. Dat paste nog in de tijd die ik had. Jan kwam tot betere foto's.
Zaterdagavond was de stemming van de kleine man niet veel beter geworden. In het restaurant wilde hij niet eten. Opvallend. Geen verhoging of koorts. Opvallend. 's Nachts kon hij niet slapen. We hadden nog steeds niet echt een idee.
Zondag. Harde aanlandige wind. Met hoge verwachtingen over zee kijken. Dat viel tegen wat betreft soorten en aantallen, maar Vaal stormvogeltje (Hydrobates leucorhous) dichtbij in de branding maakte eigenlijk alles goed al moet ik blijven wachten op Vale pijlstormvogel (Puffinus mauretanicus). Voor het sommeltjespad kon de kleine man zich tóch opladen. Fantastisch vond hij het. Een Bladkoning (Phylloscopus inornatus) of Blauwstaart (Tarsiger cyanurus) vonden we niet.
Tijdens zijn dutje met Jan en Arno afgesproken en op zoek naar de Amerikaanse goudplevier. Het duurde even voordat we hem vonden, maar hij liet zich mooi zien. Arno en Jan willen graag zo goed mogelijke foto's. Dus na opvliegen van de groep opnieuw zoeken. Het lukte mij om de vogel terug te vinden. Uiteindelijk lukte het ook om de vogel aan de nieuw aangeschoven mensen aan te wijzen, maar dat bleek nog geen sinecure. Toch de slechte nasmaak van de eerdere Amerikaanse goudplevier op Texel weggespoeld. Fijn.
Zondagavond wilde de kleine man niet eten en zat hij met klittenband aan ons vast. Geen koorts of verhoging. Geen koude handen. Tijdens het tandenpoetsen werd duidelijk waarom. Van de laatste vier kiezen deden nummer twee én drie tegelijk hun intrede in de onderkaak. Auw. De ouders die alles voor het eerst meemaken ook weer aangehaakt. De eerste van de vier was er weken geleden ineens. Niks van gemerkt. Niets! Wat een tegenstelling.
We besloten maandag rustig op te starten, rustig aan te doen en op tijd de boot te nemen. De vogelbuik was ook best vol met twee nieuwe soorten voor de Texel-lijst.
Er zat geen energie meer in de kleine man en we besloten een boot eerder dan bedacht te nemen. Net voordat we vanuit de Mokbaai bij de Pontweg kwamen, werd een Woestijntapuit (Oenanthe desert) doorgegeven. Op bijna dezelfde plek als een paar dagen eerder. Waarschijnlijk is het de vogel gelukt om de honderden vogelaars die een weekend lang Texel uitkammen te slim af te zijn! Chapeau.
De vogel zat aan de Pontweg! We waren er als het ware dus al maar moesten kiezen. Want één boot later gaf twintig minuten bij de vogel en later thuis met de kleine man. We besloten het erop te wagen en voor het eerst in mijn leven was ik als eerste twitcher ter plaatse! Dat hielp niet, want de vogel was alsnog uit beeld. Na wat vanwege de kleine man en de te halen boot een eeuwigheid leek, kreeg ik de vogel héél mooi in de telescoop. In die zin ver, maar onmiskenbaar en beter dan dat ik mij herinnerde van de eerst Woestijntapuit die ik in Nederland zag. Een hapaxje minder én nieuwe soort voor de Texel-lijst nummer drie. Snel inpakken, de boot op en naar huis. Waar het kiezen-avontuur tot op de dag van vandaag de dagdagelijkse gang van zaken domineert. Acht dagen per kies, zeggen ze. Nog even... . Maar ze zeggen zoveel.
Drie nieuwe soorten op de Texel-lijst in één weekend. Dat is erg lang geleden. En een mooi rond aantal van 240 soorten op die lijst. Kortom: een van de betere weekenden, waarbij werkelijk alle leuke soorten ook daadwerkelijk op Texel zaten!
Grote grijze snip (Limnodromus scolopaceus)
Maak jouw eigen website met JouwWeb