3:42

Gepubliceerd op 23 augustus 2024 om 08:01

Een heerlijk weekend bij en met mijn ouders. Dat stond ons te wachten. We verheugden ons erop. Al een tijd. Struinen door kalkgraslanden en hellingbossen. Op zoek naar planten, libellen en vlinders. Donderdagnamiddag vertrokken we al.

Donderdagavond werd ook een Alaskastrandloper (Calidris mauri) gevonden. In Holwerd. De tweede voor Nederland. Toen de eerste werd gevonden, op de dag af vijf jaar geleden, was ik op motorweekend met mijn vader. Zo'n weekend wordt daar niet door verpest. Ook nu ging het weekend bij mijn ouders niet verpest worden. Wel heb ik - net als toen - gekeken hoe ver het rijden zou zijn, gewoon om zeker te weten dat het niet ging gebeuren. Het was 358 kilometer en 3 uur en 42 minuten rijden. Het ging niet gebeuren dit weekend.

Héél veel verder kan trouwens niet. De langste zuid-noord route door Nederland loopt van Kuttingen (Epen) naar Poort Kaap Noord (Uithuizermeeden): 394 kilometer en 4 uur en 29 minuten rijden. Net een beetje extra aan de zuid en de noordkant. Veel scheelde het niet. 

Maar de vogel bleef. Het hele weekend. Vooral te zien bij afgaand tij, leek. Je houdt het toch in de gaten. Fantastische foto's. Maandag zat ik vast met werkafspraken. Dinsdag ook, maar alléén 's ochtends. De rest van de week geen mogelijkheid. Zou hij blijven?

Het werd maandag. De vogel bleef. Het werd dinsdag...de vogel werd weer gezien. Ook het thuisfront had externe afspraken, maar in overleg was het passend te maken met de noden van de kleine man. Dinsdagmiddag in de auto, vanuit kantoor 272 kilometer en 2 uur en 56 minuten. Dichtbij is Holwerd nooit voor een zuiderling en in de buurt ben ik maar zelden. 

Alaskastrandloper (Calidris mauri), Holwerd, 20 augustus 2024

Tussen de podcasts en BNR door stiekem checken of de vogel weer was gezien. Het was tenslotte afgaand tij. Stilte. Na twee uur rijden, stilte. Vlak voor aankomst, stilte. Oei... . Zou het een zinloos tijdverdrijf worden? Had de vogel net vandaag besloten dat het wel genoeg was geweest in de haven van Holwerd? De pier opdraaiend, stonden op verschillende plekken kleine groepjes mensen te turen. De vogel was niet in beeld en ik zat duidelijk achteraan de "waaier". Mmmhhh... . Toen ik de auto parkeerde zag ik mensen naar hun fototoestel grijpen! Dat gebeurde niet zomaar, hoopte ik.

Ik was de hele rit bang dat de vogel moeilijk te herkennen zou zijn. Strandlopers in winterkleed zijn nu eenmaal niet alledaags voor iemand van de löss en het Pleistocene zand. De herkenning an sich ís ook niet makkelijk, maar de vogel viel wel op als écht anders. Veel lichtere, bijna witte indruk in vergelijking met de Bonte strandlopers (Calidris alpina). Verhouding tussen de lange snavel en het korte lichaam gaven een opvallend, topzwaar beeld. Voor mij stond hij of zij ook wat raar op de wat lange poten, althans, hij of zij zakte er vaak even doorheen tijdens het foerageren. Beetje onstabiel scheen het mij wel toe. Net allemaal iets uit verhouding, als het ware. Allemaal zaken waarmee de vogel wel opvalt als anders, maar nog niet op naam gebracht is.

De vogel zat niet zo dichtbij als hij wel pleegde te doen de afgelopen dagen, maar toch waren alle kenmerken prima te zien. Veel wit, witte onderdelen, witte keel met een begin van een grijze halsband, kort achtereind. En, misschien met wat verbeelding, webjes tussen de tenen. Prima tot perfect in beeld. De rit en het wachten meer dan waard.

Het weekend? Het weekend was heerlijk. Tijd samen. Eindeloos struinen door kalkgraslanden, zoeken naar specialiteiten, lunchen, uit eten en afsluiten met een onbedoelde "Viking walk" langs de Worm voor Kleine tanglibel (Onychogomphus forcipatus) die, ondanks de volledig overstroomde grindbankjes, te elfder ure tóch werd gevonden. Hogerop. Droger. Op het grofgrindige deel van het pad. Eén vrouwtje. Mooie aanvulling op het mannetje dat ik jaren gelden langs dezelfde beek zag. 

Kleine tanglibel (Onychogomphus forcipatus), Wormdal,18 augustus 2024