Het was vroeg. Zo vroeg, dat de kleine man nog maar nét zijn oogjes open deed om "naar het grote bed" te verhuizen. Snel koffie zetten, ontdekken dat ik vergeten was brood uit de vriezer te halen, briefjes schrijven voor het thuisfront en de kleine man. Als een schim proberen een jas en schoenen te veroveren. "Papa!". "Papa gaat vogels kijken". Ontroostbaar. In de auto. Genieten van de ruimere snelheidslimiet.
Idee achter dit alles: met het eerste licht op uitkijkpost de Slufter, Texel, staan. Doel: Giervalk (Falco rusticolus). Tiende voor Nederland.
Bij toeval vanaf een foto ontdekt eind januari, verrassend genoeg nog teruggevonden en twitchbaar vanaf donderdag een februari. Toen kon ik niet. Er zat één overleg einde middag in de weg. Eerstvolgende zaterdag was mijn eerste kans.
Tijdens onze huwelijksreis naar IJsland zagen we eerder één Giervalk. Van heel dichtbij, maar ook heel kort. Bijna op de voorruit van de auto. Dat de vogel zijn bedachte prooi miste herinner ik mij nog. Maar op de Nederlandse lijst ontbrak hij nog. In 2012, toen de soort voor het laatst twitchbaar was, woonde ik hier niet.
De boot zat vol met vogelaars. Ik was niet de enige. Grappig is dat iedereen hetzelfde doet: verrekijker pakken, telescoop klaarleggen, tas inpakken. Alles zodat je ter plekke meteen door kunt. Toen ontdekte ik dat het geheugenkaartje voor de camera nog thuis lag... .
In een nette rij vanaf de boot naar het uitkijkpunt. Trap op. Turen.
Ik kwam naast Statler en Waldorf terecht. Het zijn mijn favoriete karakters uit The Muppet show - geniaal - maar toch haalden deze heren het niveau niet. Heel vogelend Nederland werd met veel ironie en cynisme gefileerd, maar zónder zelfreflectie en alles langs de eigen maatstaf. Vermakelijk, leerzaam, maar een schoolvoorbeeld van twee oude mensen die van zichzelf vinden dat ze alles al gezien en gehoord hebben en dus alles wel weten. Zich beter voelen door neer te kijken op anderen. Eigenlijk ben je dan een beetje dood. Je bent gestopt met leren en verwonderen. Ik schat ze vast verkeerd in, maar na bijna drie uur was dit mijn afdronk.
Drie uur? Ja, het duurde drie uur voordat de Giervalk zich liet zien. Waar iedereen dacht dat de valk zich net na zonsopgang even zou laten zien, zag de valk dat anders. Het weer was niet slecht, maar de wind maakte het koud. Ik had ervoor gekozen om geen gevoerde broek aan te trekken. Had ik wel moeten doen. Na twee uur wist ik niet meer zeker of ik benen had. Niet veel later twijfelde ik aan mijn vingers. En langzaam verlaat dan ook het laatste restje warmte je lijf... . Tegen die tijd wordt het ook lastig om in de goede afloop te blijven geloven. Maar ja, eind gereden en als je nu even die Fraters op de Texel-lijst gaat zetten, zul je zien dat de vogel voorbij komt. Je kunt niet weg. Simpel.
Giervalk (Falco rusticolus), Texel, februari 2024
Maar het was echt geen straf. De slufter is prachtig. Zeker in het steeds veranderende ochtendlicht. Altijd veel vogels. Telkens als een roofvogel bewoog was er adrenaline in de groep. "Rover boven het strand!"- Havik (Accipiter gentilis). "Hoog boven het duin!" - Slechtvalk (Falco peregrinus). "Blauwe kiekendief jagend". "Daar op zijn favoriete paal" - Havik. "Alle vogels gaan op" - Slechtvalk én Smelleken (Falco columbarius). "Witbuikrotgans vliegend".
Statler en Waldorf verstonden en vonden maar de helft, maar dat lag uiteraard aan de slechte aanwijzingen. Ze gingen Fraters (Linaria flavirostris) zoeken.
Bij misschien wel de tweehonderste keer scannen vanaf links ineens een grote, egale valk door de telescoop! Tijd verloren met meebewegen, maar het silhouet op het paaltje sloot Havik uit. De kleur leek niet goed voor slechtvalk, het postuur verkeerd voor Buizerd. Ik had er te weinig aan gezien, maar voor het eerst die ochtend voelde een vogel goed. Dat is niets waard. Focus en concentratie want ver, ondanks een door de sprint terug nu zwaar hijgende Statler en Waldorf.
Bij opvliegen moest het gebeuren. Ik móest zien of er contrast was tussen de vliegveren en de dekveren op de ondervleugel. Na wat een uur leek (maar een paar minuten was) vloog de vogel naar een ander paaltje...contrast...ja! Dit kan niets anders meer zijn. Even laten vervloog de vogel weer en was nogmaals het contrast, maar waren ook de vorm en het zware voorkomen van de vogel goed te zien. Tijdens de volgende stop, waar hij nog uren zou blijven zitten, met enige fantasie ook iets van de koptekening. Hier was geen reden voor twijfel meer. Fan-tas-tisch!
Toen voor mij duidelijk was dat de vogel zich niet binnen afzienbare tijd van dichterbij ging laten bekijken, won de kou. Ik moest bewegen. Mitochondriën harder laten werken. Met wat moeite de lange trap af op zoek naar de Fraters. Die vond ik binnen no time. Nog nooit was ik zo blij met stoel- en stuurverwarming.
Met een tussenstop bij Goënga sloot ik af met een lange, natte (al die regen is zó goed voor het grondwatersysteem) wandeling rond de Geul en het Grote vlak met nog meer Havik en Blauwe kiekendief én een Waterral (Rallus aquaticus) die over het anders droge pad schoot.
Maak jouw eigen website met JouwWeb