Een vliegende vogel vindt altijd wat

Gepubliceerd op 14 oktober 2023 om 21:24

We hebben nooit een excuus nodig om naar Texel te gaan, maar het Dutch Birding weekend is altijd een mooie gelegenheid. Wat betreft echte zeldzaamheden waren mijn verwachtingen niet hoog gespannen, gegeven dat alleen zaterdagnacht bij draaiende wind wat aankomst van nieuwe vogels te verwachten was.

Met de slaap meewerkend kwamen we onze vrije vrijdag eigenlijk te laat aan op het eiland om nog ergens écht op ontdekking te gaan. De Kuifaalscholver (Phalacrocorax aristotelis) die in de haven was gemeld leek een makkelijke starter voor de Texel-lijst. Inderdaad. De Texel-lijst. Voor de twee eilanden waar we het liefst komen - Texel en Terschelling - houd ik aparte lijsten bij. Of, waar en hoe fanatiek we specifieke soorten gaan zoeken, hangt niet alleen van die lijsten af, maar ook van hoe leuk het thuisfront de vogel in kwestie vindt. Mijn (niet zo) stiekeme ambitie is om elk bezoek ten minste één soort aan de lijst toe te voegen. Liefst door ze zelf te vinden wat soms lukt, maar vaker niet lukt en wat zeker tijdens een Dutch Birding weekend nauwelijks mogelijk is omdat altijd overal al mensen zijn of zijn geweest. Dat komt omdat we het eiland het liefst verkennen door lange - tegenwoordig noodzakelijkerwijs wat kortere - wandelingen te maken. Zo kom je uiteindelijk overal, maar zijn de beste plekken allang afgezocht. Daartussen is natuurlijk ook van alles mogelijk, maar de kans is simpelweg wat kleiner. Bovendien worden ook de minder voor de hand liggende delen van het eiland tijdens zo'n weekend afgezocht. Gek genoeg duurt het niet zelden tot zondagnamiddag - als wij net als velen weer nét op de boot zitten - voordat de meest interessante soort wordt gevonden. We bleven tot en met maandag.

De Kuifaalscholver dus. Die liet zich niet vinden. Wel vond ik meteen de hectiek die een Dutch Birding weekend soms kent. Ik stond wat te zoeken in de haven toen een busje stopte waar wat mensen uit sprongen. "Heb je hem?". "Nee, ik niet." "Waar sta je dan naar te kijken?" "Ik kijk of ik hem kan vinden, maar op dit moment kijk ik naar een stuk zwart zwerfplastic." Mopperend sprong men weer ín het busje, op weg naar...?

Kuifaalscholver (Phalacrocorax aristotelis), Terschelling, januari 2021

Zaterdag beloofde met harde noordwestenwind veel goeds voor zeevogels. Dus vatte ik zo vroeg mogelijk post bij paal 15, waar de mannen - dat zijn het uitsluitend - die daar altijd zitten allang weer op hun vaste plek zaten. Met een continue stroom Jan-van-genten (Morus bassanus), Roodkeelduikers (Gavia stellata), Zwarte zee-eenden (Melanitta nigra) en Alken (Alca torda) en/of Zeekoeten (Uria aalge) af en toe opgeleukt door onder meer Drieteen- (Rissa tridactyla) en Dwergmeeuwen (Hydrocoloeus minutus) was het inderdaad een heel goede ochtend. Elk bezoek kijken we over zee en meestal tekenen we voor een lijstje soorten als hiervoor. Maar als het zo goed vliegt, dan hoop je op jagers, (pijl)stormvogels of stormvogeltjes. Zelf hoop ik vooral op Vale pijlstormvogel (Puffinus mauretanicus), omdat die als enige van die soortgroep nog ontbreekt op mijn Nederlandse lijst. 

Enkele jagers pikte ik eruit. De jagers die ik op naam kon brengen waren Kleine jagers (Stercorarius parasiticus). Om mij heen hoorde ik ook wel andere soorten noemen, maar die vond ik niet. Deels door het gebrek aan oriëntatiepunten op zee, maar vooral door de afstand. Het komt best nauw als het gaat om de verschillen tussen Middelste (S. pomarinus), Kleine en Kleinste jager (S. longicaudus) en ik moet ze als relatief onervaren zeekijker best dicht langs hebben om de verschillen goed te kunnen zien. Ook de Grauwe pijlstormvogels (Ardenna grisea) die om mij heen werden genoemd, vond ik niet. Telkens ver op de horizon en dan vind in ieder geval ikzelf het ingewikkeld om kenmerken te zien. Die zie ik wel graag, wetende dat bijna alle grotere zeevogels kunnen beschikken over dezelfde techniek ("keilen") en dus nagenoeg hetzelfde vliegbeeld kunnen laten zien. En natuurlijk, als je veel uren maakt zal vliegbeeld best heel helpend zijn, maar als Limburger wonend in Brabant en opgeleid in Gelderland zijn die uren nooit gemaakt. Leukst was overigens het mannetje Topper (Aythya marila) net achter de branding, want nieuw voor de Texel-lijst.

Toen het tijd was om de kleine man en het thuisfront weer op te zoeken en er samen op uit te gaan, werd de Kuifaalscholver weer gemeld. Ik was maar minuten weg, maar kon de vogel desondanks weer niet vinden. Tijdens het middagslaapje bleek de vogel toch gezien, dus nóg een keer proberen, want maar een paar minuten weg en ik kan daar slecht tegen. Een uur gezocht. Tevergeefs. Later die dag werd hij weer gezien. Amateur hour. Ik negeerde hem de rest van het weekend. Net als een wispelturige Bonte kraai (Corvus cornix). Als je maar weinig tijd hebt, moet je de tijd die je hebt zo slim mogelijk gebruiken. Bovendien: de geambieerde nieuwe soort voor de Texel-lijst was al binnen.

Blauwstaart (Tarsiger cyanurus), Kuusamo, juni 2017

Zondag! Spannend, want toen we 's ochtends de deur uit stapten om weer over zee te gaan kijken, barstte de lucht uit haar voegen van de overvliegende lijsters. Er was écht aankomst. Boven zee was het niet onaardig, maar in niets te vergelijken met zaterdag, al waren de vanuit zee aankomende Goudhaantjes (Regulus regulus) erg leuk.

De Slufter, die we na paal 15 hadden bedacht aan te doen, haalden we niet, want op de parkeerplaats viel de kleine man definitief in slaap. Doorrijden dus en vanuit de auto vogelend terug richting zuiden waar ons huisje bijna altijd staat.

De wandeling vanaf de Mokbaai, langs de Kreeftenpolder naar De Hors vinden we geweldig en konden we na wat rondstappen van de kleine man ook echt gaan doen. Die leek overigens best te snappen waarom we daar liepen, want alle "Coco's" (hij heeft een boekje over een vogel die Coco heet) werden enthousiast aangewezen. De wandeling leverde desondanks behalve een Beflijster (Turdus torquatus) niets opzienbarends op, behalve het bericht dat in Den Burg - vlakbij - een Blauwstaart (Tarsiger cyanurus) was (terug)gevonden.

Blauwstaart. Nog steeds nieuw voor de Texel-lijst, maar - belangrijker - echt té gave vogels om te zien. Door het voorrecht in Finland gewoond en gewerkt te hebben, zagen en hoorden we ze jaarlijks en ook in Nederland zag ik er al twee, maar ze gaan nooit vervelen. Ik deed nog een halfslachtige poging om niet te gaan, maar wie probeerde ik voor de gek te houden zal het thuisfront gedacht hebben.

Omdat we uitgebreid hadden gewandeld en gepauzeerd, had ik ongeveer een uur tijd voor het avondeten. Toch een beetje druk op de zaak. Bij aankomst was de vogel net weer gezien, maar weer weg in een relatief onoverzichtelijke boomgaard. "Elk half uur laat zij zich wel zien". Spannend, want veel langer had ik ook niet. Het duurde geen half uur, want enkele minuten later werd de vogel gezien, hoog in de boomgaard. De beweging pikte ik al snel op, maar het duurde even voordat ik ook werkelijk kon zien dat ik naar een Blauwstaart stond te kijken: oranje "oksel", witte oogring en ja...die blauwe staart! Ze liet zich maar even mooi zien en in de tijd die ik verder nog had pikte ik eigenlijk alleen steeds beweging op zonder verder echt nog iets aan de vogel te zien. Verwend als ik ben, ben ik gewend dat ze beter meewerken, die Blauwstaarten. Niettemin een mooie nieuwe soort voor de Texel-lijst.

Niet de afsluiter van ons weekend. Dat sloten we - deze keer wakker - met z'n drieën af in de slufter. Lekker vroeg dankzij de kleine man, ruim vóór de meute. Heerlijk het gevoel om zo'n gebied dan even voor jezelf te hebben, ook al leverde het (nog) geen echte wintergasten als Strandleeuwerik (Eremophila alpestris) op (al waren die elders op het eiland al wel gemeld).