Taxonomie

Gepubliceerd op 30 juni 2023 om 14:09

In vogeljargon is een "armchair-tick" een plusje voor je lijst, zónder dat je daar apart voor naar buiten bent geweest. Meestal omdat een ondersoort die je had gezien soortstatus krijgt (de inverse bestaat dus ook, al ken ik daar geen term voor). Taxonomisch geschuif, met andere woorden.

Dat zal mij niet snel overkomen, een armchair-tick. Het zien van ondersoorten doet weinig met me. Daarom houd ik de geziene ondersoorten ook niet apart bij. Dat heeft weer te maken met mijn eigen overtuiging dat ondersoorten nog een graadje meer arbitrair worden vastgesteld dan soorten. Voor het idee "soort" bestaan ten minste nog (enkele tientallen) relatief strak omlijnde "definities" die afhangen van hoe iemand tegen evolutie aankijkt.

Toch raakt de taxonomie wel degelijk ook mijn lijstjesfetisj. De orchideeënlijst bijvoorbeeld. Taxonomisch zijn enkele geslachten, bijvoorbeeld Dactylorhiza, een zooitje. De taxonomische indeling is zogezegd afhankelijk van de auteur. Een genetische aanpak zou mijns inziens helderheid verschaffen, maar voorlopig zijn morfologie en morfologische verschillen uitgangspunt.

Met het in 2021 zien van de nieuw voor Nederland ontdekte Hyacintorchis (Himantoglossum robertianum) was de lijst weer compleet. Het sliep lekker. Dat veranderde met het verschijnen van de vierentwintigste druk van de Heukels' Flora van Nederland. De Heukels houd ik aan als autoriteit als het gaat om Nederlandse plantensoorten. De basis voor mijn orchideeënlijst, waar het doel is (en blijft) om alle van nature in Nederland voorkomende orchideeën in het wild in Nederland te zien.

Tot de vierentwintigste druk repte de Heukels over 37 van nature in Nederland voorkomende orchideeënsoorten, waarvan er ten minste 4 als uitgestorven beschouwd worden. De met de vierentwintigste druk doorgevoerde taxonomische wijzigingen betekenen onder meer dat er twee soorten bijgekomen zijn, die eerder als ondersoorten of zelfs in het geheel niet werden beschreven. Mijn OCD-achtige drang om de lijst compleet te houden betekende dat er weer werk aan de winkel was.

Dichte muggenorchis (Gymnadenia densiflora)

Een van de twee nieuwe soorten in de Heukels is Dichte muggenorchis (Gymnadenia densiflora), die eerder nog deel uitmaakte van de Grote muggenorchis (Gymnadenia conopsea). Maar Dichte muggenrochis blijkt genetisch stabiel en behoorlijk te verschillen van Grote muggenorchis, terwijl ze morfologisch bijna gelijk zijn. Na wat zoeken bleek dat we de soort al eens eerder zagen, maar nooit zo benoemden. De locatie was dus snel achterhaald en met de rolmaat van mijn vader op zak trokken we eropuit om de soort in de bloedhitte toe te voegen aan mijn orchideeënlijst. Die rolmaat is nodig om de breedte van het breedste blad te meten, het meest harde kenmerk om Grote en Dichte muggenorchis te onderscheiden. Hoewel ook wat raar, voelde het erg lekker om twee centimeter te mogen noteren van zo ongeveer de eerste plant die we maten. Nog geen sinecure, want de aanhoudende hoge temperaturen én droogte in mei en juni betekende dat in twee weken tijd bijna alle muggenorchissen op de betreffende locatie waren verdroogd of uitgebloeid!

Ook Purperrode orchis (Dactylorhiza purpurella) is als soort in de Heukels terecht gekomen. Ik denk vooral vanwege de taxonomische onduidelijkheid kon ik de soort eerst niet eens vinden voor Nederland! Dat lukte pas, toen ik de tekst er nog eens nauwkeurig op nalas en de toevoeging "(incl. D. vadorum)" opviel. Dat is Waddenorchis! Wel bekend maar niet beschreven in de Heukels en dus altijd gelaten.

Waddenorchis is nog een beste toer en niet alleen omdat de soort voorkomt in het, jawel, Waddengebied. En dan niet op de plekken waar we regelmatig komen, maar in het absolute noordoosten van het land. Met welbegrepen lijstbelang, leuk gemaakt met een wandeling door (nou ja, langs...) fantastische graslanden met onder meer Addertong (Ophioglossum vulgatum) en tal van orchideeën, samen met het thuisfront op een van de laatste vakantiedagen na drieënhalf uur rijden uitstappen op een parkeerplaats langs een N-weg in het hoge noorden om de soort bij te schrijven zónder de oversteek naar de eilanden te maken. Dat zat er met de kleine man even niet in, maar zou wél leuker zijn! Uitstappen, vinken, klaar. Weinig romantisch, wel lekker. Een Snelle Jelle maakte de parkeerplaats niet romantischer. Ook hier viel overigens op dat veel exemplaren al uitgebloeid dan wel verdroogd waren, hoewel het net als Dichte muggenorchis een laatbloeiende soort is. Zorgelijk.

Purperrode orchis (Dactylorhiza purpurella)

Lijstjes zijn leuk. Geweldig, zelfs. "Vind ik" is misschien een belangrijke toevoeging. Maar heel veel leuker is nog om zélf allerlei nieuws te vinden, zónder dat daar uren, dagen, weken of zelfs jaren voorbereiding aan vooraf gingen. Het overkomt je, als het ware en het lukt omdat je boekjes leest en een idee hebt van "wat er te koop is".

Het overkwam ons op vakantie. Ik heb geen idee waarom of hoe, maar bijna terug van een mooie wandeling in de bergen viel mijn oog in het voorbijgaan op een rare spriet tegen de rotswand. Eerste gedachte was "Rare Grote keverorchis (Neottia ovata). En wat een rare plek". Samen met de kleine man stukje de helling op om poolshoogte te nemen. We vonden een draaddunne orchidee, met minuscuul kleine bloemetjes en maar één blad. Bloemetjes als kleine duiveltjes met puntige "hoorntjes" en een spits "baardje". Je tekent er zo een pentagram omheen! Een metal-orchidee, zogezegd, maar dan heel subtiel en fragiel.

Ik wist dat ik uit de boekjes wist wat het was, maar kon het goede laatje niet openen in mijn hoofd. Ik wist wel zeker dat het iets was wat we nog nooit eerder gezien hadden. Met die zekerheid opgewekt naar beneden.

In het hotel bracht de Alpenflora geen uitkomst. Toen schoot het mij te binnen: Eenblad (Malaxis monophyllos)! Een soort met een grote range, maar daarbinnen altijd uiterst zeldzaam. Uit de boeken wist ik dat het een soort is van natte standplaatsen als kwelvenen. Wat nalezen leerde dat de soort ook op stenige leembodems voor kan komen. De standplaats die wij troffen. Over geluk hebben gesproken.

Fantastisch en één van de hoogtepunten van de vakantie om zelf een voor ons nieuw genus én soort te vinden! En wat voor een!

Eenblad (Malaxis monophyllos)

Maak jouw eigen website met JouwWeb