Hoewel het voorjaar geen vaart wilde maken was er dan toch opeens die ene mooie dag eind mei. Eind mei...18 mei om precies te zijn. Ik zat met een collega te filosoferen over het wel en wee van enkele Dassen (Meles meles) die het goed toeven vinden op een industriële inrichting toen de mobiele treiteraar ineens levensgroot "Huisgierzwaluw" (Apus affinis) in beeld liet zien. Daar was ie, de mentale kramp. Acuut en hevig. "Die blijft toch niet hangen?". "Westkapelle, hoe ver rijden is dat?". "Heeft de Das mij nú écht nodig?" Ik concentreer mij weer dapper op het gesprek. Paar minuten later: Huisgierzwaluw ter plaatse. Oké, die blijft (even) hangen! De kramp wint. "Hoe laat moet ik het vannacht maken, als ik nú vertrek? Laat!! Prima!". "Wat zijn mijn kansen? Niet nul".
Doen wat je echt leuk vindt móet het soms winnen, dus stem ik thuis af en spring in de auto. Binnen de grenzen van de betaalbare boete spoed ik mij naar Westkapelle, een ruime anderhalf uur verderop. Ik had eigenlijk al eerder willen gaan, maar het zedelijk moeten, plichtsbesef en plichtsbetrachting zitten mij soms danig in de weg.
Dat doorrijden betaalde zich deze keer uit. In de haast pakte ik de verkeerde afslag, niet naar de parkeerplaats vóór de dijk, maar naar de dijkopgang daarachter. Ik zag allemaal mensen aandachtig naar de dijk kijken en besluit de auto ter plekke op de handrem te gooien en over de dijk de turen. De argeloze fietser keek mij wat verweesd aan. Direct de Huisgierzwaluw in beeld, al snel van mij weg vliegend, verdwijnend achter de dijk. Ik spring weer in de auto, rijd verder naar een acceptabele plek om de auto te stoppen, graai de spullen uit de auto, ren de dijk op en verwacht de Huisgierzwaluw fantastisch te kunnen zien... Niets, maar dan ook niets bleek minder waar. Weg! Helemaal nergens te bekennen! Ongelooflijk; heb ik echt zóveel geluk gehad?
Het lijkt er sterk op. Na een klein uur wachten wordt de vogel nog ergens opgepikt, maar ik krijg hem niet in de scope. Half uur later nog een keer. Ook deze keer pik ik hem er niet uit. Na nog een half uur wint het plichtsbesef het weer van de kramp en stap ik in de auto. Nog steeds maar half gelovend hoeveel geluk ik zojuist heb gehad.
Intrigerend vind ik altijd de commentaren op waarneming.nl achteraf. Dingen als "Na 11.56 niet meer gezien" (terwijl de vogel daarna nog wel is ingevoerd). Alsof je dat exact allemaal bij staat te houden in de opwinding. Alleen die 56 al zou tot twijfel moeten leiden. Of "We reden als laatste de parkeerplaats op en zagen de vogel zeker als laatste". Dan hadden ze buiten de achterkant van de dijk gerekend, waar ik ongeveer tegelijkertijd aankwam! Of "Om 13.00 gemeld maar niet met zekerheid aanwezig". Waarom niet? Omdat je hem niet in beeld kreeg?
Dat aanmatigende, dat weinig zelf kritische eigen gelijk, dat wantrouwende, zich het gelijk aanmatigen, dat elkaar niets gunnen verwondert mij altijd. Waarom? Wat voegt het toe aan de gedeelde hobby? Buiten de pensionado's en de werkelozen hadden we allemaal eigenlijk andere verplichtingen die we nu verloochenen. "Wantrouw de man van één boek" las ik ooit. Goed advies.
Dwergstern (Sternula albifrons)
En het werd weer nat en koud en tijd voor een weekje Texel! Dat is ook gaaf in de wind. Dat is ook gaaf in de regen. Met harde wind levert paal 33 eigenlijk altijd wel iets leuks op. Paar jaar geleden Vaal stormvogeltje (Oceanodroma leucorhoa; ook die 7 zou je kunnen wantrouwen...) bij pokkenweer, nu heel dicht onder de kust een keur aan sterns vissend, waaronder veel Dwergsterns (Sternula albifrons). Zo'n leuke beestjes!
's Nachts Kerkuil (Tyto alba) en Nachtzwaluw (Caprimulgus europaeus) en na een wat rustigere nacht ineens allemaal rietzangers, waaronder een Struikrietzanger (Acrocephalus dumetorum). Toen de melding binnenkwam, bracht de wandeling waar we mee bezig waren ons al bijna op de juiste plek. Ik heb me zelden zo doof gevoeld! Het lukte me nauwelijks om de vogel te horen! Hij verdween in de wind, achter de vele andere luid zingende vogels. Ik had exacte aanwijzingen van de ontdekker nodig om de vogel uiteindelijk te horen. Zo'n gekke ervaring. In Gambia hadden we daar een term voor: Amateur hour! Of anders: "Faalhazen". Werkelijk!
Op de opname die ik maakte is de vogel -in de achtergrond weliswaar, om mezelf nog wat te redden- gewoon te horen, nota bene. Bijzonder. Ik ben vanuit Finland, waar het een tuinsoort was, gewend dat ze met Noordse nachtegaal (Luscinia luscinia) wedijveren om het hardst. Hoe anders was het hier. De zingende Nachtegaal (Luscinia megarhynchos) had er geen kind aan.
Terzijde: wat mij zo opvalt is dat veel vogels die in Finland echt (bijna) obligaat nachtzangers waren, zeg Noordse nachtegaal, Krekelzanger (Locustella fluviatilis), "gewoon" overdag voluit zingen als ze hier kort stoppen of langer verzeild raken. In Finland hoefde ik er niet voor middernacht op uit voor Krekelzanger. Een goede verklaring heb ik daar nog niet voor gelezen. Opvallend is het wel.
Common tern (Sterna hirundo)
Terwijl we op Texel waren, was daar ineens het bericht van een zingende Dwergooruil (Otus scops) in Delft, of all places. Geduldig wachten -ik ben nog niet helemaal onderaan de glijdende schaal beland als het om zeldzame vogels gaat- en aan het eind van ons verblijf op Texel, terwijl het weer omslaat van koud naar heerlijk zonnig, langs in Delft. Meteen bij aankomst liet de Dwergooruil zich prima horen én zien. Die Mediterrane klank past prima bij het nieuwe weerbeeld!
Overigens snap ik heel goed dat mensen de soort vaak verwarren met de eveneens niet algemene Vroedmeesterpad (Alytes obstetrycans). Zeker als je niet weet dat een amfibie bestaat waar zo'n geluid ook uit kan komen. Het gaat om de details wat die geluiden betreft.
Ik moet toegeven dat ik een beetje onwennig stond in de woonwijk. Waarom zit zo'n uil hier? Later bedacht ik, dat ik ze in het buitenland (Cyprus, Spanje) eigenlijk ook altijd in dorpen hoorde. Bij voorkeur aan de rand daarvan. Nu zijn Limnasol, Cáceres en Trujillo in weinig te vergelijken met Delft, maar relatief groen is de wijk wel opgezet en helemaal volgebouwd is de omgeving nog niet. Misschien zo gek nog niet?
Vroedmeesterpad [Behoorlijk hard zetten is nodig!]
Ook in Delft heb ik mij weer verwonderd. Bijna iedereen probeert -net als ik- een opname te maken (de trofee), sommigen willen liever een foto. Je ziet mensen nét dat ene stapje op iemands oprit zetten (= netto 50 centimeter of minder dichterbij), ik denk met de hoop op een betere opname. Welk denkproces hoort daar bij? Wil je zelf mensen op de oprit? Scheelt die 50 centimeter echt? En die foto's: het is echt donker als de uil begint te roepen. Fotograferen is schilderen met licht. Dat is er dan nauwelijks. Het wordt een donker schilderij, want de sluitertijden voor astrofotografie passen niet bij een Dwergooruil.
Misschien voel ik inmiddels aan als arrogant, een moraalridder, een betweter of Statler dan wel Waldorf (met een van die laatste twee zou ik overigens prima kunnen leven!). Maar het is echt verwondering. Oprechte verwondering om de mensen om mij heen. Geen oordeel, meestal. Misschien zit ik te vaak te lang lekker onder mijn steen, ik weet het niet. Ongetwijfeld vertoon ik zelf aan de lopende band onnavolgbaar gedrag, maar iedereen heeft iemand anders nodig om daarover bevraagd te worden. Iedereen is zijn eigen blinde vlek. Ook ik. Maar verwondering, dat is heerlijk!
Maak jouw eigen website met JouwWeb