De tuinlijst

Gepubliceerd op 16 juni 2021 om 22:47

Lijstjes, je kunt er niet genoeg hebben. Net als vele anderen houd ik een zogenoemde tuinlijst bij. Daarop, in mijn geval, alle soorten gezien of gehoord vanuit de tuin. In Oss kwam ik tot 33, in Finland tot 69, in centrum Dordrecht tot 20 en sinds 2018 in Breda tot 60. In zekere zin is het aantal tuinsoorten een aardige graadmeter voor de omgeving waarin je woont, zo lijkt het kijkend naar mijn lijstjes en spiegelend aan mijn beeld van het woongenot, al heb ik het nooit onderzocht.

Het leuke van een tuinlijst vind ik dat het in zekere zin allemaal toevallige waarnemingen zijn. Zo vlogen recent de Kuifeenden (Aythya fuligula) die iets zuidelijker op een wat grotere plas bivakkeren over, toen ik toevallig net omhoog keek. Een nieuwe tuinsoort. Ze doen dat waarschijnlijk vaker, misschien zelfs meerdere keren per dag, alleen zie ik het niet omdat ik niet kijk, werk, niet thuis ben et cetera. Doet ergens denken aan Schrödinger's cat... .

Vale gier (Gyps fulvus) Monfrague 2018

Dinsdag 15 juni 2021 berichtte de app van de West-Brabantse vogelwerkgroep rond zevenen in de avond over Vale gieren (Gyps fulvus) boven Gorinchem met de mededeling "Die kunnen wel eens onze kant op komen". Ik zat nog te werken -kort voor de wissel van werkgever neemt de werkdruk allengs toe blijkt- en had de aanwezigheid van de gieren helemaal gemist. In eerste aanleg lette ik er ook niet echt op. Uit ervaring weet ik dat het héél gaaf is om Vale gieren zelf te vinden (we waren toen op zoek naar vlinders maar ik keek toevallig omhoog...), maar ze kunnen echt alle kanten op. Afstand betekent niets voor vogels die de kunst van het zweven zo goed verstaan.

De DBA-telegram had de Vale gieren ook opgepikt en het bericht dat daar binnenkomt ("Nu boven Hank") doet mij besluiten de laptop dicht te klappen en op ons dakterras op de uitkijk te gaan staan. Gorinchem - Hank is een bijna rechte lijn zuid die bij doortrekken recht over Breda gaat... . Je weet het nooit. Als je niet kijkt, zie je niks.

Het volgende bericht ("Nu boven Dussen") doet me naar buiten gaan en in het natuurgebiedje achter ons huis waarin een deel van onze tuin ligt post vatten. Alleen vanaf daar kan ik ook ver genoeg naar het noordoosten kijken, al zit de wirwar van verhoogde sporen nogal in de weg. Ik sta daar een tijdje te scannen als het bericht "Nu boven Waspik" binnenkomt. Dát is de verkeerde kant op, te ver oostelijk van Breda. Ik besluit nog even te blijven staan, want op zich is er genoeg te zien. Veel Gierzwaluwen (Apus apus), bijvoorbeeld, maar ook plotseling een Slechtvalk (Falco peregrinus) bovenop het SVB-gebouw naast het NAC stadion.

Ik volg de Slechtvalk een tijdje als plots een groep stipjes door mijn beeld glijdt. "Wat!?! Waren dat niet...?!?" Dat zijn echt verschrikkelijke momenten. Eigenlijk weet je héél zeker wat je zag, maar omdat het ver weg was en je in de blauwe lucht werkelijk geen enkele referentie had, kun je het niet meer terugvinden. Het gebeurde mij regelmatig tijdens het tellen van de voorjaarstrek. Vogels die plotsklaps gewoon weg zijn. En je gaat dan toch aan jezelf twijfelen. Ik althans. "Zag ik dat nou wel goed?" "Waren het niet Gierzwaluwen op wat grotere afstand?"

Een paar minuten zoek ik naarstig het gebied af waarvan ik vermoedde dat ik de groep gieren zag. Als ik mijn kijker wat laat afdwalen naar oost, heb ik de twaalf Vale gieren ineens weer in beeld! Blijvend deze keer en ze komen langzaamaan dichterbij, al blijven ze hoog en aardig ver oost.

In Telegram deel ik mede dat de Vale gieren vanaf mijn plek te zien zijn. Het was weer een gevalletje "Jou kennen we niet, dus het zal wel niet kloppen" en hoewel ik daar inmiddels goed mee om kan gaan (omdat ik het verwacht) begrijp ik het nog steeds niet. Waarom staat iemand die je niet kent, geen incrowd is in beginsel 0-1 of meer achter? Hoeveel nieuwe soorten voor Nederland hebben die mensen al opgeleverd? Sperweruil (Surnia ulula) en Roodkeelnachtegaal (Calliope calliope) zijn wat mij betreft aansprekende voorbeelden. En natuurlijk zie ook ik dagelijks de pertinent fout gedetermineerde meldingen van zeldzaamheden voorbij komen op waarneming.nl. De Buizerd (Buteo buteo) die duidelijk groter was dan een Buizerd. Maar toch. Niemand lijkt mij ooit te oud om te leren, al maak je dat wel moeilijker voor jezelf door a priori uit te gaan van je eigen gelijk.

Vale gier (Gyps fulvus) Monfrague 2018

Ik bedenk dat mensen die de Vale gieren willen zien beter ten zuiden van Breda post kunnen vatten, maar dat ze dat vooral niet moeten doen als ze denken dat de groep in Tilburg zit (het idee volgens Telegram). Niet mijn probleem. Al voel ik wel de ongemakkelijke druk van het bewijsplaatje. Geen sinecure op die afstand, althans, met mijn spullen. Ik heb ervoor gekozen om te investeren in optiek zodat ik lekker ver kan kijken, maar wat minder in objectief, camera en body (al heb ik op dat vlak zéker geen klagen -op geen enkele manier- en ben ik dik tevreden met de mogelijkheden) waardoor ik in sommige situaties wat overvraagd ben.

Ik besluit ook dát van me af te zetten (niet mijn probleem immers) en te genieten van de Vale gieren. Dat was toch het hele idee, tenslotte. Hoe vaak heb je een Vale gier als tuinsoort? In neem vooralsnog aan alleen deze ene keer. Dus beter zorg ik dat ik ze goed zie! Ze werken ook prachtig mee en glijden heel, heel langzaam cirkelend voorbij naar zuid, richting Mastbos. Misschien gaan ze daar wel slapen, dacht ik nog. En opeens is er haast en zijn ze letterlijk binnen een seconde uit zicht achter ons huis. Het zit erop. Meer zat er niet in het vat. Tuinsoort 61 is een feit. En welk een soort!

Dat slapen gebeurde op de Strijbeeksche Heide, niet in het Mastbos en ik slaap prima op de ervaring en met het blije gevoel dat ik op aangeven van Piet besloot omhoog te kijken.

Vale gier (Gyps fulvus) Breda 2021. Het bewijsplaatje.