Er zijn van die soorten die tot de verbeelding spreken. Franjegentiaan (Gentianopsis ciliata) bijvoorbeeld. Je zoekt je een ongeluk -in het geheel niet onprettig want je zoekt in mooie, unieke gebieden- wat in geval van Franjegentiaan niet alleen te maken heeft met de toch extreme zeldzaamheid, maar zeker ook met het weer. Het aantal planten varieert per jaar afhankelijk van de hoeveelheid neerslag in het voorjaar. Na een droog voorjaar blijven de aantallen laag en als je dan al weinig planten hebt, kan het aantal zomaar nul zijn. Beetje als Stofzaad (Monotropa hypopitys). Ik vond het, hoewel het om een bekende groeiplaats ging, maar één keer in Finland, al vonden we (mijn vrouw om precies te zijn. Ik was eraan voorbij gelopen) werkelijk per ongeluk deze zomer een nieuwe groeiplaats in Nederland.
Die "ontdekking" deden we tijdens een veldwerkplaats met collega ecohydrologen. Op zo'n dag bezoeken we een projectlocatie en wisselen we van gedachten over hetgeen we zien. Zo houden we elkaar scherp. Na afloop van die veldwerkplaats kwam Vliegend hert (Lucanus cervus) ter sprake. Die soort stond in het lijstje tot de verbeelding sprekende soorten ook al lang heel hoog en in verschillende gebieden ondernamen we een poging. Al pratende leek het, alsof we steeds de verkeerde tijd gekozen hadden: 's middags of 's ochtends in plaats van 's avonds. Met het vaste voornemen om de genoemde plek eens 's avonds te bezoeken reden we die dag huiswaarts.
Ik was dan ook verbaasd toen Jan foto's presenteerde van Vliegend hert overdag. 's Middags, om precies te zijn. Jan deelde de locatie met vrij precieze aanwijzingen en het bleek op de route naar ons kampeeradres een paar dagen later. We waren er snel uit dat een poging ondernomen ging worden. De dag van vertrek regende het meer dan het droog was. Dat leverde vanwege de rust in het bos voor ons indrukwekkende aantallen Wild zwijn (Sus scrofa) op, vlak langs de paden waar we per toeval waren omdat ik de verkeerde plek had gekozen om de auto achter te laten. In drie groepen zagen we ten minste 10 volwassen dieren met "ontelbaar" veel jongen. De natte omstandigheden werkte dus prima om Wild zwijn van dichtbij te zien en te horen, maar wat betreft Vliegend hert had ik er een hard hoofd in, gegeven de veldwerkplaats.
De plekken die Jan omschreef waren "leeg"; ze zitten natuurlijk niet te wachten totdat wij eindelijk langs komen. Bovendien was het maar net gestopt met regenen. Ik had (en heb) werkelijk geen idee of Vliegende herten daar last van hebben. Voor vlinders en libellen -ook koudbloedig- is het doorgaans niet echt ideaal. Hoewel, wat heet "leeg". Onder de bewust boom vonden we een dood mannetje. Fantastische gelegenheid om zo'n dier rustig van dichtbij te bekijken, maar verder... .
Vliegend hert (Lucanus cervus), vrouw
Omdat we er toch waren, besloten we verder te kijken, want in beginsel leek het hele terrein behoorlijk geschikt met veel dood eikenhout in verschillende stadia van ontbinding en oriëntatie. Niet veel later struikelden we letterlijk bijna over een vrouwtje dat het pad overstak. De grootte! Ik had een idee van hoe groot ze worden, maar in werkelijkheid waren de 8 á 9 centimeter toch nog wat groter dan voor mijn geestesoog (nu ben ik ook niet gezegend met een goed ontwikkeld timmermansoog). En van die subtiele gelige streepjes achter kop- en halsschild. Gele geurstrepen op de voorpoten. Om te personifiëren: die strenge blik! Fantastisch dier!
En dan komt het rupsje Nooitgenoeg in mij (en ons) nog wat nadrukkelijker naar voren. Ondanks de regen, misschien wel dankzij het vochtige warme weer, vinden we vrij eenvoudig een levend vrouwtje actief onderweg. Dán willen we ook een mannetje vinden. En op een oude, liggende wat vermolmde eik was het raak. Iets verscholen zat daarin een mannetje, nog groter dan het vrouwtje. De "blik" niet streng, eerder meelijwekkend. Waar ik al onder de indruk was van het vrouwtje, ging dit nog een stapje verder.
Diep onder de indruk? Het formaat, maar zéker ook "het gewei", het kop en halsschild. Enorm. En dan te bedenken dat het eigenlijk vooral in de weg zit allemaal. Net als het vrouwtje, konden we het mannetje vanwege het lage standpunt van alle kanten (behalve de onderkant) bekijken, tot en met de kwastjes waarmee ze sap oplikken aan toe! Indrukwekkend. Een beter woord kan ik er niet voor verzinnen, of het moet onvergetelijk zijn.
Vliegend hert (Lucanus cervus), man
Vliegend hert (Lucanus cervus), man
Een dood mannetje, een vrouwtje en een mannetje. Wat wil een mens nog meer? In een vlaag van enthousiasme overwoog ik het dode dier mee te nemen. Maar wat in het bos hoort, moest daar maar blijven. Bovendien weet ik nauwelijks iets van kevers. Wat als hij níet dood is (hoewel onder meer de vleugels er behoorlijk raar uitstaken) en bijkomt in je jaszak of in de auto? Je kunt ze niet overal loslaten. Daarvoor stellen ze te specifieke eisen.
Zeer onder de indruk van de Vliegende herten en blij dat het tóch gelukt was liepen we vergezeld van Wild zwijnen weer terug naar de auto. Overigens ben ik helemaal vergeten foto's te maken van de Wilde zwijnen, waar dat goed had gekund. Heb ik wel vaker, ook met vogels, dat ik vergeet dat ik een camera meesjouw op mijn rug. Eerst zien, dan kijken en de rest vergeet ik vaker wel dan niet :) C'est la vie!
Maak jouw eigen website met JouwWeb